johan en mieke in malawi

21.5.08

Jaargang 2 week 7: van zaterdag 10 mei tot vrijdag 16 mei 2008

Teksten tussen << >> kunnen door de haastige lezer overgeslagen worden.

Woord vooraf:
Omdat wij alles van op afstand moeten volgen, konden wij niet altijd klare wijn schenken, maar nu is het definitief. Wie ons wil steunen kan dat op de rekeningnummer van de Koning Boudewijn Stichting met de belangrijke dubbele vermelding L82164 EN YOCEvim. De dubbele vermelding is nodig omdat de Koning Boudewijn Stichting dan weet dat de storting voor ons project bedoeld is. Het grote voordeel is nu dat KBS u volgend jaar een fiscaal attest stuurt dat jullie kunnen inbrengen bij de aangifte 2009.
Voor ons is dit een belangrijke stap. Wij hopen dat Vlaanderen ons wilt steunen en dan kunnen wij meerdere projecten op zetten zoals in Sitima. Wie ons project komt bezoeken beseft heel goed dat wij hier echt een verschil kunnen maken. Kinderen die anders op jonge leeftijd hun toekomst al verspeeld hebben door ziekte of ondervoeding, krijgen nu echt kansen om zich te ontwikkelen. Nu al, na pas vier maanden met de kinderen bezig te zijn, zien wij kinderen gezonder, rustiger worden. Wij hebben dan nog moeten werken in heel moeilijke omstandigheden omdat wij verrast geweest zijn door de grote toeloop van kinderen naar onze school.
Op maandag hebben wij met de CBO Sitima een vergadering gehad. De CBO, Community Based Organisation, is de vereniging waarmee wij nauw samenwerken en die in vijf gemeenten werkzaam is. Op de vergadering werd de algemene situatie besproken:
1. Zij zijn grote voorstander dat er iedere week een dokter komt voor de kinderen.
2. De nieuwe aanwervingen begin deze trimester (drie leerkrachten, twee onderhoudsters en een kokkin) vallen tot op heden goed mee. Ondanks het tekort aan ruimte voor onze kleuters kan men nu toch al beter werken. Wij hebben nu acht leerkrachten en vier kokkinnen met wie wij heel goed samenwerken. Een goede innovatie zijn de twee extra personeelsleden die buiten de klassen blijven maar wel de kinderen opvangen die problemen hebben: toilet, ziek, droef omdat hun moeder er niet is, enz.… Zij kuisen ook na de lessen de klaslokalen op.
3. Over onze ambitieuze bouwplannen was er heel veel discussie. Wij vragen aan de gemeenschap dat zij de 55.000 stenen zouden aanmaken om de bouw te kunnen realiseren. En zij schrikken daar wat van terug. Toch willen wij van dat principe niet graag afwijken. Voor ons is het meer de zaak om hen sterk te betrekken dan een financieel probleem. De kost van de stenen bedraagt wellicht minder dan 10% van de totale kost. En wij weten dat 50.000 stenen heel veel is om met de hand te maken en daarna is er veel hout nodig om ze te bakken. Maar toch dringen wij fel aan. De gemeenschap moet dan samenkomen, zich organiseren, werk verdelen, plannen. Allemaal dingen waar zij het moeilijk mee hebben. Wij leggen dan ook sterk de nadruk op dat, als zij de stenen zelf aanmaken, het dan ook hun gebouw is. Volgende week zullen de ‘Afumu’ (de burgemeesters) van de vijf gemeenten samenkomen. Wij stellen een gedeelte van de bouw liever uit dan nu toe te geven dat wij de stenen zelf zullen aankopen. Als zij dit jaar maar 15.000 of 20.000 stenen kunnen aanmaken, zullen wij enkel het meest essenti
כle bouwen: of de veranda en de keuken of de tweede klassenblok en de keuken. En volgend jaar het andere gebouw en nog een jaar later de slaapzaal voor de vrijwilligers en het jeugdcentrum. Volgende maandag weten wij meer. Wij zijn benieuwd.
<>
Op donderdag zijn wij bij de dokter geweest om definitieve afspraken te maken. Hij reageerde wat verward. Hij wil eerst met zijn vrouw overleggen, zij is een verpleegster maar blijkbaar is zij zo ziek dat zij niet meer kan werken (haar benen lieten haar in de steek ). Voor een Malawische man is dit hoogst uitzonderlijk dat hij openlijk zegt dat zij eerst hun vrouw wilt raadplegen, vooraleer een beslissing te nemen. In een van de volgende bijdragen, zullen wij het daarover hebben. Maar wij antwoordden dat ook wij nooit een beslissing namen zonder met elkaar te overleggen. De volgende dag vertelde de dokter ons dat ons voorstel ok was voor hem. De moeilijkheid is dat wij twee voorstellen gedaan hadden: een verloning per uur of een verloning per maand. Hopelijk denkt hij niet dat hij beide krijgt en een verloning per uur en per maand. Wij zien nog wel. Dit is een heel moeilijke onderneming. Vooraleer de dokter komt willen wij op voorhand enkele afspraken maken met de leiders van onze school en de dorpen waarmee wij, langs de CBO, samenwerken. Voor wie is er de dokter? Alleen voor de kinderen van onze school? Het is onze bedoeling dat elk kind tenminste een keer per trimester een algemene controle krijgt. Een behandeling tegen wormen en allerhande ontstekingen. Een behandeling tegen bilharzia: een typisch ziekte voor ontwikkelingslanden; een parasiet dat in stilstaand water leeft mogelijk gemaakt omdat menselijke urine en uitwerpselen in het water terecht komen. Zieke kinderen worden eerst bij de dokter geleid: onderzoek naar malaria, TB, AIDS. <
Wat als de plaatselijke leiders ziek zijn? Wat als de gewone mensen ziek zijn? Hoe lossen wij dat op? Het antwoord is heel moeilijk omdat wij nog niet weten hoeveel kinderen de dokter kan zien op een voormiddag. Is er nog tijd voor de gewone mensen? Moeten zij betalen? Kun je zo maar mensen doorsturen die ziek zijn? Wat als de dokter zijn tijd voorbij is? Wat met mensen die van ver komen, buiten de werking van de CBO?>> Wij willen in elk geval chaos vermijden aan de deur van de dokter. En dat kan maar mits duidelijke afspraken vooraf.
Tot volgende week

Mieke en een herstellende (kan je zien aan de lengte van de nieuwsbrief) Johan