johan en mieke in malawi

13.2.07

Week 13 - What a difference a day makes: 24 little hours

Dinsdag 6 februari: idyllisch. De dag van gisteren zit nog in ons hoofd.

Voor vijf uur op en wij aanschouwen de pracht van de zonsopgang. Al zie je geen zon, alleen rode gloed aan de horizon.Wij beschrijven de twee vorige dagen.

Zondag 4 februari: wij keken er al een tijdje naar uit. Om onze verjaardagen te vieren hadden wij een extra voettocht gepland van meer dan 25 km en wij moesten een hoogte overwinnen van 700 m om te kunnen lunchen in de Ku Chawe Inn, de 'Comme Chez Soi' van Malawi, daarom niet het beste restaurant van het land wel het bekendste. Wij vertrokken om 8 uur, geladen met rugzak vol verse kleren (tot vers ondergoed toe) en 2,5 liter water en een regenmantel voor Mieke. Wij opteerden voor verse kleren boven de paraplu. Wij wisten niet of het een hete dag zou worden (en wij nat zouden worden van het zweet) of een regendag.

Het weer leek een bondgenoot te worden. Niet te heet, weinig zon maar ook geen regen bij de start. De eerste zes km is gekend terrein en ook het gemakkelijkste deel van onze weg. Het is ons loopparcours. Daarnagaat het omhoog naar de top van het Zomba plateau waar de Ku Chawe Inn zich bevindt. Soms wat mistig, dat gaf een mysterieuzer tintje, het spel van zon en wolken, dan weer een dreigende hemel, even volle zon. Op drie uur tijd zijn vele schakeringen mogelijk. Waarschijnlijk hebben wij de weg al beschreven die wij moeten nemen als wij met de jongens naar de voetbaltraining gaan. Dat is echt steil. Ik denk toch dat er een stuk van 200 m tussenzit met een stijgingspercentage van 20%, misschien zelfs iets meer. Een echte kuitenbijter. Of je wilt of niet, en zelfs de 20ste keer nog, je voelt je kuiten hevig trekken. Dus wij wisten dat wij al een en ander gewoon waren en in goede conditie verkeerden, en ja hoor wij kwamen heel gemakkelijk de helling op. In minder dan drie uur klaarden wij de klus. Om 10 voor elf kwamen wij daar aan. Eén klein incidentje met een ietwat agressievere 'givememoney' maar voorts heel prachtige vergezichten en het leuke is ook dat wij nu al heel wat details van Zomba kennen. Onmiddellijk naar het toilet om onze droge en verse kleren aan te trekken en wij waren klaar voor het aperitief. Eerst op het terras daarna in de clubzetels achter glas omdat het heel mistig werd. Mieke bestelt een glas witte wijn, ik houd het voorzichtig op een green beer van Carlsberg. Mieke geniet heel erg van haar wit wijntje (een vol glas) en begint wat high te worden, maar dat zal wel van de hoogte zijn. Wij genieten ten volle. Het eten is lekker en ook ik begin wat high te worden omdat ik nu regelmatig van een glas rode wijn, heel lekker, nip. Wij sluiten af met een zoetje en een koffie en dan terug onze kleren aan van de heenweg. Op 2u15 staan wij doornat voor ons huis. Doornat want de laatste tien minuten is het beginnen te gieten, met bakken over ons heen. Douche en rustig onze dag vol maken. Een sober avondeten en snel naar bed want… morgen wacht ons een heel ander program.

'Mlendo ndi mame' - Op stap naar de armoede, naar de minderbedeelden, op stap met

Malawi Government

Callista Chapola – Chimombo, MP,

deputy Minister of local Government & Rural Development

Haar visitekaartje. Wij hadden afgesproken rond tien uur en ja hoor 10 na 10 hoorden wij een Toyota: een landcruiser, zegt Mieke. Een vrouw in legerkledij en een heel stevige, vrouwelijke chauffeur begeleiden onze dame, weeral getooid in felle kleuren en sjaal in dezelfde kleuren om haar hoofd gedraaid. Zij is niet alleen door haar klederdracht een opvallende vrouw maar ook door haar bouw, meer dan 1m75 groot, heel stevig gebouwd, ik schat een 90 kg maar meer stevig dan vet. Ik heb meer schrik van de vrouwelijke chauffeur dan van de vrouw in legeruniform, wij veronderstellen de bodyguard. De chauffeur heeft bovenarmen zoals mijn billen. Als wij pech hebben onderweg dan tilt die onze Callista op om haar ter plekke te brengen en als zij in vorm is, neemt zij ons twee er nog bij ook. Zo grof haar uiterlijk is, zo fijn leidt zij de steengoede auto behendig langs de hindernissen heen. Zij zijn 's morgens vertrokken rond zes uur in Lilongwe. Zij hebben er dus 400 km opzitten en nu nog eens, ik schat, een 250 km op moeilijk te berijden wegen.

Wij bezoeken eerst een school. Het onderwijs is verdeeld zoals bij ons in een lager en secundair onderwijs. Het enige verschil is dat de lagere afdeling twee jaar langer duurt (8 klassen, 'standard' genoemd, en het middelbaar bestaat uit vier klassen, 'form' genoemd). Hier waren de 'standard' van 1 tot 4 gehuisvest. Gehuisvest is veel gezegd. Hutjes met strooien dak. Geen schoolgerief. Zestig, zeventig kinderen die rechtstaand naar een bord van 80 op 60 cm kijken. Hier vorm je geen bollebozen. Dat hun onderwijs steunt op gezamenlijk debiteren, nazeggen van teksten en rekensommen is gewoon uit noodzaak. Individueel begeleiden, prikkelen van hun hersenen is hier niet mogelijk zonder de 69 andere leerlingen aan hun lot over te laten. Als wij vertrekken komen de kinderen naar ons kijken. Zij staan in de deuropening. Je ziet alleen nog de grote ogen, vragende ogen, mooie ogen, witte tanden. "Mlendo ndi mame" dit betekent "een bezoeker, een reiziger is vluchtig" moet ik denken in hun plaats. Zij blijven wellicht nog wat nadromen, de leerkracht zal nog moeilijker dan anders hun aandacht krijgen. En wij, onder de indruk en toch ja, wij rijden verder.

De volgende plaats is een orphanage met weinig middelen. Ik merk aan kleine details dat wij overal verwacht zijn. Doen zij zich beter voor dan zij zijn? Hebben zij meer kinderen opgetrommeld dan anders? Best mogelijk. Wij worden met veel égards ontvangen, de stoelen op een rijtje staan klaar. Vele, vele handjes schudden. Maar hier hebben zij toch een dak boven hun hoofd maar geen speelgoed, geen boeiende spelletjes, geen boeiende boeken, neen, overleven noem ik dat, straks een porridge, en voorts niets dan zitten en wachten, misschien toch eens een liedje leren, de dagen van de week in het Engels eens opsommen, de beteren kunnen de maanden opzeggen. Ik beloof toch een kleine steun, een flauw applaus, zij hadden waarschijnlijk meer verwacht. Callista houdt het overal zo kort mogelijk. Ik weet niet waarom. "Mlendo ndi mame" en honderden ogen zien ons wegrijden. Armoede, geen kansen, geen mogelijkheden, geen vooruitzichten op een beter leven, neen, die rijden daar juist weg.

Naar een orphanage met meer middelen. Ook hier zijn wij verwacht. Dit orphanage ligt dicht bij 'lake Chilwa', het tweede grootste meer van Malawi. Hier is er een playground. Het was juist etenstijd. In plastieken borden (je ziet ze in elke orphanage) krijgen de kleuters, je raadt het al, een witte brij, msima, in het Engels porridge. Ik tel een kleine honderd wezen in een ruimte van 8 bij 8. Mieke fluistert mij in het oor dat het haar aan een kippenkwekerij doet denken. En ja hoor, het gekwetter, te weinig ruimte, allen op de grond zitten, hun borden met de porridge op de grond, de gelijkenis treft mij ook. En toch hebben zij hier meer middelen. Het gebouw is nieuw, stevig met een goed dak. Dat hadden wij tot hier toe nog niet gezien. Na het eten doet een van de begeleiders zijn best om wat leven in de brouwerij te krijgen; Opzeggen van de dagen van de week, een paar zeggen de namen van de maanden in het Engels. Hij slaagt er in zijn kleuters te doen roepen, bewegen, zingen, dansen. Hij en zijn kleuters krijgen van ons een klein applausje. Als beloning mogen zij één speeltje ophalen. Houten blokjes in verschillende vormen , ik zie een boom, misschien een huis. De meesten zijn geïnteresseerd in het speeltje en staan recht om er eentje af te halen. Ik zie wat aandacht voor het houten blokje De directeur roept ons in zijn bureau. Steekt er, wat zenuwachtig heen en weer wiebelend, een speechke af van een kwartier. Ik versta er niet veel van, een combinatie van mijn gebrekkige kennis van het Engels en te veel lawaai. De kleuters zijn nog niet gekalmeerd en als dat toch het geval is begint het hevig te regenen. Ik doe mijn best, kan een paar woorden opvangen. In feite moet ik daar op antwoorden. Ik durf niet goed omdat ik zo weinig van zijn woorden heb begrepen. "Mlendo ndi mame"

Wij naar het einddoel van onze uitstap: Jali, een dorpje waar wij vorig tijdens ons eerste verblijf ook wat sportlessen hebben gegeven in samenwerking met het plaatselijke Jeugdhuis. Wij herkennen de baan nauwelijks, alleen op het einde een sterke daling, een gammele brug en een steile helling. Maar de tocht wordt lang en met hindernissen. Ik had juist een opmerking gemaakt of de regering de wil heeft om geleidelijk de banen te verbeteren. De staat van de weg is onvoorstelbaar. Wij hebben langs paadjes gereden waar je denkt daar kan geen auto door. Op een gegeven moment was de helft van de weg weggespoeld. Hier was precisie werk nodig, ik denk dat de wagen langs weerszijden een 10 cm overhad. Onze vrouwelijke bodybuilder doet het feilloos. Maar plots zien wij in de verte water op de weg. Ik zie een fiets die een man boven zijn hoofd houdt terwijl hij door het water loopt. Onzechauffeur denkt dat kan ik aan. De eerste plas neemt zij niet zonder wat weg te schuiven; Maar de mannen beginnen met hun armen te zwaaien en tonen dat het water heel diep is, tot hun middel. En iemand voegt daden bij gebaren en stapt in het water en ja hoor tot zijn lende in het water. Onze chauffeur is toch wat onder de indruk. Ik zeg daar kunnen wij niet door. Callista aarzelt, ik weet niet hoe ver het is als wij rechtsomkeer maken. Zij beslissen om terug te keren. 'It 's an adventure' zegt Callista en nu achterwaarts door de eerste plas, toch moet wij een vijftal keren proberen eer wij er uit geraken, wij duwen ondertussen een te dichte kijker in een diepe plas. Gelach alom, behalve één. Draaien, Callista herkent drie vrouwen, die rijden mee, in de koffer bij de bodyguard.

Wij rijden dus naar Jali waar Callista geboren is. Zij is daar natuurlijk goed gekend. Zij wil ook dat de meeste hulp naar haar streek gaat, denk ik. Wij bezoeken daar drie plaatsen vooraleer wij terug naar Zomba keren. Eerst het soberste en kleinste orphanage. Ik zou zeggen dat is gisteren opgericht voor de mzungu. Een heel afgelegen plaatsje, nauwelijks bereikbaar met de auto, langs een autokerkhof (van drie wagens) Ook hier waren wij verwacht maar mede misschien door ons oponthoud vonden zij dat zij te lang hadden moeten wachten. Van overal kwamen er kinderen en vrouwen aangelopen en de tijd die wij nodig hadden om uit de wagen te komen was voor hen voldoende om hun sober lokaaltje te vullen met een twintigtal kleuters waaronder toch ook enkele grotere kinderen, ik denk de kinderen van de begeleidsters. Ik beloof voor elke plaats die wij bezoeken eenzelfde kleine gift. Handjes drukken en Mlendo ndi mame naar een plaatselijke kraamafdeling. Hier krijg ik nog kippenvel van als ik eraan denk. Eerst had ik geen al te goed zicht. Ik zie veel vrouwen bij onze aankomst en iedereen wil ons de hand drukken, maar Callista grijpt in: zij stuurt de vrouwen naar het binnenpleintje buiten en ons naar binnen. Wij zitten in het hart van het moederhuis. Gelukkig lag er niemand in de verloskamer. Stel je daar niet te veel van voor. Een lokaaltje van 3,5m op 2,5 met tegen de muur een dunne matras op de grond en daar een plastiek zeil over, waarschijnlijk als matrasbeschermer. Een kom met water op een stam van afgehakte boom, en een paar metalen kisten (40 cm op 40 cm) waar waarschijnlijk een verlostang, naaigerief enz -ik laat het aan jullie verbeelding over- inzit. In twee kleine lokaaltjes zaten een vijftal jonge moeders. Zij waren de laatste dagen bevallen. Toen wij langs achter buitenkwamen, zag ik wel vijftig, zestig vrouwen, allen met een baby op hun arm of aan de borst. Daarna werden er een dertigtal vrouwen binnen gelaten op het binnen pleintje die in verwachting waren, velen ook nog met een baby. Ik zie vrouwen van 40, maar ook van 16, 17. Ik zie een tweeling, frank kijkende vrouwen, bedrukte vrouwen. Zij vormen een groep. Zij zijn verbonden met elkaar. En zeer opvallend, ik was daar de enige volwassen man. Assisteren bij de geboorte door de man is hier nog volop taboe. En dat is niet alleen omdat de man niet geïnteresseerd is, dat weet ik niet. Maar de vrouwen willen het ook niet dat hun echtgenoot bij de bevalling aanwezig is. Callista spreekt hen toe, geeft wat raad, zoals voor de eerste bevalling moet je naar het ziekenhuis in Zomba. Hier kunnen zij terecht voor de latere geboortes. De vroedvrouw houdt goed de boekhouding bij. Zij kan wel niet lezen maar met tekeningen, -een kleine doodkist wijst op een doodgeboren kind, een grote doodkist op de moeder die in het kraambed gestorven is, een zon wijst op de geboorte in de voormiddag, een half maantje op een geboorte in de namiddag enz.- houdt zij alles goed bij. Dat de noden hier groot zijn, is evident. Alleen nog maar op grond van steriel werken heb je een totaal andere structuur nodig. Mlendo ndi mame

Wij rijden naar het centrum van Jali, daar bezoeken wij een waterpomp, de enige voor een groot gebied. Hier komen de mensen van ver water halen. Onze buurtkinderen zijn dan nog goed af met onze waterkraan. In Jali wordt er de ganse dag water opgepompt, er staat soms een meters lange file. Het is drie uur en wij hebben een lange tocht gemaakt en Callista laat ons afzetten aan ons huis. Wij maken nog een paar afspraken voor de nabije toekomst. Mieke en ik voelen dat wij vandaag een belangrijke dag beleefd hebben. Ons doel -duidelijk weten in welke richting wij onze hulp willen besteden bij onze volgende doortocht- lijkt wat dichterbij gekomen. Wij hebben onze laatste hap genomen voor zes uur deze morgen. Hoog tijd ook om iets te eten. Wij hebben honger, in Malawi is dat niet zo vreemd, voor ons eerder een zeldzaamheid. Het etentje in de Ku Chawe Inn is al ver weg.

Tot volgende week

Mieke en Johan

1 Comments:

At 2:35 p.m., Blogger queen mom said...

Hallo Johan en Mieke,

Hier eindelijk een mailtje van mijnentwege vanuit een vrij zonnig Belgie, dat nog steeds geen echte winter heeft gehad en waar de natuur behoorlijk om de tuin wordt geleid.Langs de ene kant denk je, fijn...geen bevroren auto's, hoge stookolierekeningen enzoverder. maar langs de andere kant heb ik ergens het gevoel dat we geen victorie moeten kraaien..wie weet wat krijgen we in de plaats. de laatste nachten is het water weer met bakken uit de hemel gevallen, en het waait behoorlijk hard. Enfin,ik klaag niet hoor!
Wij loggen regelmatig in op jullie weblog,(in het begin lukte dat niet, net zoals bij Ingrid) en volgen met grote belangstelling jullie belevenissen.Ik vind het in ieder geval altijd leuk om te lezen.Het is wel heel moeilijk om me jullie voor te stellen ,in het verre Malawi, een heel andere wereld, een heel andere leefwijze.
Ik weet niet wat het beste is: een comment achterlaten op de log, of een email sturen. Of mss maakt het niks uit. In ieder geval, heel veel groetjes van Joop en mij en tot de volgende mail.
ps:een leuk nieuwtje: onze uilenkast in de tuin, heeft een nieuwe bewoonster sinds een aantal weken: een prachtige damesbosuil, die binnenkort voor gezinsuitbreiding zal zorgen. ik heb haar verleden week betrapt, toen ze overdag even in de opening kwam zitten.en daar heb ik foto's van gemaakt echt super tof!!

 

Een reactie posten

<< Home