johan en mieke in malawi

25.12.07

Dagboek week 38: van zaterdag 15 december tot vrijdag 21 december 2007

Zondag 15 December: Kerstfeest in Sitima of ‘Citizen of Sitima’


Met drie leden van YOCE en wijzelf vertrokken wij naar Sitima. Eerst gingen alle leden mee maar twee leden zeggen op het laatst af.

Rebecca die verhuisde naar Blantyre zegde wellicht af omdat het feest dat oorspronkelijk in de voormiddag geprogrammeerd stond, half deze week naar de namiddag verschoven werd. Zij moet dan ‘s avonds nog naar Blantyre rijden en rijden als het donker is, wordt hier algemeen vermeden. Zij heef het wat moeilijker, denken wij, in haar persoonlijk leven. Zij (38) is een weduwe, die begin vorig jaar haar echtgenoot verloor in een auto-ongeluk in Botswana waar zij op dat ogenblik werkten. Wij denken dat zij verhuisde uit financiële noodzaak.

De tweede die afzegde was Ken, die samen met zijn vrouw, Alice, bij YOCE zit. Wij hadden afgesproken dat wij iedereen zouden ophalen (YOCE heeft zeven bestuursleden en in onze pas aangeschafte auto mogen er zeven mensen plaatsnemen) maar toen wij bij Ken en zijn vrouw Alice aankwamen, bleek dat Ken niet meeging.

Gelukkig gingen (die) twee leden niet mee, omdat wij de auto vol hadden moeten laden met geschenken.

Wij waren in Sitimauitgenodigd op het Kerstfeest maar met de bede of wij voor de 210 kinderen van een plaatselijke organisatie geen geschenkje konden geven. En als het even kon, er zijn ook 50 oudjes en 20 gehandicapten die ook iets verwachten. Wij hebben twee dagen bezig geweest met het (te voet) aanhalen van de geschenken en het maken van pakjes.

210 kinderen kregen elk een zakje met daarin een schriftje, twee wasco’s, een pakje koeken van 70 gram, een lolly en vier zuurtjes.

Voor de oudjes hadden wij het ons wat gemakkelijker gemaakt en hen een pakje koeken gegeven van 150 gram. In Sitima werden wij verwelkomd met gezang en dans. Onmiddellijk een paar honderd mensen rond de auto en zij zongen en dansten en sommige vrouwen maakten een typisch geluid door met hun tong heel snel te bewegen, ik denk dat zij hiermee willen zeggen dat zij opgewonden (moet daarom niet altijd seksueel zijn), zijn. Handen schudden, heel veel handen, op het grootste feest van het jaar. De organisator is Mofolo, de voorzitter van een CBO in Sitima, Community Based Organisation, de organisatie waarmee wij intens samenwerken. Mofolo had het heel druk, hij was heel zenuwachtig, zijn handen beefden, had heel veel rond zijn hoofd, bijna geen stem meer, liep heen en weer, bezorgde ogen, te veel dingen tegelijk moeten doen en dat lukte niet altijd. Maar na een half uurtje wachten kon het feest beginnen. Ik verwachtte heel veel speeches, wij hadden er ook een klaar gemaakt maar neen, het was voornamelijk een soort schoolfeest waarbij de kinderen optreden. Maar ook enkele leden van CBO hebben een aantal sketches gebracht. In het optreden van de kinderen en volwassenen voel je de binding met de Afrikaanse traditie. Jonge kinderen met bloot bovenlijf, gezicht en lijf ingekleurd met tekeningen en strepen, een rietenrokje aan (nu wel met een zedig shortje er onder) dansen op het ritme van ophitsend getrommel. De leeftijd van de jongens varieert tussen de 8 en 14 jaar. De vrouwen reageren op de kinderen die het best de sensuele heupbewegingen onder de knie hebben, met weeral die typische snelle tongbewegingen, (het Ole van Afrika). Je ziet al enkele jongens die met de ogen ronddraaien, de extase nabij (simulerend?). Je kan even mee dansen in de kring maar dan moet je geld leggen op de stoel. Sommige vrouwen doen dat, en gaan even goed uit de bol. Iedereen lacht en klapt in de handen, of spelen met hun tong. Het doet mij onwillekeurig denken aan de lichte vrouwen in westerns waar mannen uit de bol gaan en geld geven aan de danseres die even dicht bij hen komt dansen.

De toneelstukjes die opgevoerd worden gaan veel over het dagelijkse leven en over ons. Zij kunnen goed met zichzelf lachen. Maar voor zover ik er iets van begreep, heeft het toch enkele opvoedkundige tips in huis. Een soort ‘Thuis’ of ‘Familie’ in Malawi.

Het was een mooi feest, zonovergoten, allen buiten onder meerdere mangobomen. De kleuren, de geuren, de hitte, het vele volk, de notabelen met versleten en meestal te grote maatpakken aan, babys aan de borst, veel moeders, en kinderen, heel veel kinderen, lachen, roepen. Ik liet het feest even los, en bekeek het kader en observeerde mijzelf in dat geheel.

Beste Johan, hoe geraakt een Vlaming, gehecht aan zijn streek, familie, hier, in een onooglijk klein stukje van zwart Afrika, oneindig ver van het politiek gewoel, ver van alle gewoontes en verslavingen, opgebouwd in je vorige zestig jaar? Hoe voel je je nu? Vreemd. Ik vrees dat zij ons krachten toeschrijven die wij niet bezitten. Ik werd bevangen door een bizar gevoel, iets tussen vertedering voor de hoop die wij brengen en angst voor het hopeloze. Maar gelukkig ben ik, heel gelukkig dat ik de stap gezet heb, een stap waar ik in feite niet meer van terug kan. En ik vind dat goed zo. Als een auto een te hoge snelheid heeft, spring je er best niet af. In een mum van tijd dragen wij al hun hoop. Hen hier nu in de steek laten, dat kan niet meer. Dit is onze opdracht. Het geeft mij hetzelfde gevoel dat ik had toen ik na een goede actieve les L.O. iedereen in het zweet, mijn mannen over hun bolletje aaide en hun tevredenheid zag in hun ogen.

Na de schetsjes krijgen wij eten. Een enorm bord rijst met enkele stukken vlees van de geit en kool (wij hebben geen van beide gespaard). Wij zeggen dat wij samen met één bord genoeg hebben. Zij kijken ons wat ongelovig aan. Maar zien dat wij het menen. Het is allemaal vers en echt lekker. Maar één bord voor ons twee was voor ons al te veel.

De cadeautjes worden uitgedeeld. Het is drummen geblazen. Even leek het erop dat het uit de hand zou lopen. ‘Zij zijn niet gewoon iets te krijgen’ wil iemand het gedrag van de kinderen vergoelijken. Ik zeg dat bij ons net hetzelfde gebeurt als er iets gratis uitgedeeld wordt. Het feest loopt ten einde. Callista stuurt haar persoonlijke secretaris. Die steekt daar vlot een speech af, heeft wat goederen (suiker, rijst…) mee die Callista schenkt. Hij had ook een persoonlijke boodschap mee van haar voor ons met heel veel lofbetuigingen. Wij krijgen de titel ‘inwoner van Sitima’, een hele eer, wordt ons verteld. Wij besluiten, omdat het al laat is, onze speech niet volledig weer te geven. In het Engels duurde het 4’ maar wij hebben het laten vertalen in Chichewa en dan duurde het lezen 9 minuten. Oorspronkelijk zou Mieke de speech in Chichewa doen, maar zij zag er vanaf. Door de lange dag worden de mensen wat onrustiger en dan zonder micro en in Chichewa spreken met een Vlaams accent, dat zou niet goed overkomen. Ik zeg enkel de laatste paragraaf in het Engels, een extra dankwoordje omdat wij ’inwoner van Sitima’ mogen worden, zetten Callista nog even in de bloemetjes en voor wij het weten zitten wij in de auto.

Tot volgende week

Mieke en Johan