johan en mieke in malawi

19.4.07

Week 21 en 22: van 1 april tot 7 april en van 8 april tot 14 april

Twee toffe weken maar met enkele dikke tegenvallers!

Eerst de tegenvallers:

Op het einde van week 20 begon Mieke te verzwakken en koorts te maken. Toen de koorts boven de 39° uitsteeg begonnen wij aan malaria te denken alhoewel de keelpijn en de ademhalingsmoeilijkheden eerder griep liet veronderstellen. Omdat Malaria heel schadelijk is als je er te lang mee rondloopt, besloten wij toch een test te doen. Geen auto en geen dokters die zich verplaatsen, dus zat er niets anders op dan een taxi te bellen. Dat viel allemaal best mee: binnen het kwartier zat Mieke in de auto en wij naar een privé kliniek, want de dokteres die Mieke wenste te raadplegen zat zonder elektriciteit en zij verwees ons naar een privé ziekenhuis met een generator want voor de test was elektriciteit noodzakelijk. Ook hier geen problemen, heel hygiënisch en na twee minuten wisten wij dat het resultaat 'negatief' was. De man die ons het meedeelde, zei het met enige tegenzin alsof hij spijt had van het resultaat. Al bij al waren wij opgelucht, geen Malaria en Lariam nog niet tevergeefs genomen. Wij hadden van een zus antibiotica toegestuurd gekregen en wij twijfelden. In de meeste gevallen twijfelen wij zolang om antibioticum te nemen dat wij genezen zonder antibioticum en zo ook nu weer. Na drie dagen hoge koorts werd Mieke beter en na vijf dagen was zij terug de oude wel enkele kg minder en dus geen lopen meer tot zij terug op gewicht is.

Maar van het een komt het ander, Johan had in de regen nog een heel goede tijd gelopen op de 10 km maar bleef wat lang in zijn natte kleren rond lopen en wie zat er 's anderendaags met een verkouden neus. Twee dagen later had ook hij lichte koorts. Ook hier was er geen antibioticum nodig om te herstellen.

Op woensdag, 4 augustus, hadden wij een afspraak op de vlieghaven met onze zus. Het vliegtuig was nauwelijks geland en daar verscheen onze zus, op vijftig meter van ons. Zij wuifde, lachte, pinkte een traan weg, zij was overigens niet alleen om dat te doen. Wij hollen naar de aankomsthal want als zij ook daar zo snel is, kan het zijn dat zij de douane verrast en zit zij voor ons achter het stuur van onze wagen. De eerste passagiers komen buiten met pak en zak, kruiers alom, gekus, bloemen…,wij kijken wat sip want wij hebben de bloemen vergeten… Onze zus komt maar niet te voorschijn.'Het was toch onze zus die wij de trap zagen afstormen?'.Wij twijfelen, de aankomsthal loopt leeg, enkele officiëlen beginnen ons verdacht aan te kijken… En plots, ja, daar komt zij.

'Hé, je bent er toch!.'

'Ik wel, maar mijn bagage niet'.

En nu wisten wij de reden waarom zij niet als eerste de aankomsthal vulde. Wat papieren ingevuld, enkele telefoonnummers uitgewisseld en maar hopen zeker… Enkele telefoons tijdens de eerste dagen gaven geen resultaten. Wij vertrekken tijdens het paasweekend naar de Mua Mission. Wij willen vandaar bellen, maar neen geen verbinding mogelijk, zelfs niet met een vaste lijn. De dag nadien rijden wij naar het meer om aan het water heerlijk te lunchen en… met het goede nieuws dat de bagage de dag voordien was geland op de vlieghaven. Wij huren de auto één dag langer en halen de bagage zonder problemen op.

Drie maal pech, drie maal een goede afloop, in feite niets aan de hand dus…

Het goede nieuws nu:

Wij zijn nu volop bezig met onze terugkeer naar … Malawi voor te voorbereiden. Waar gaan wij logeren; in ons eigen huis, in ons huidig huurhuis, in nog een ander huis (vandaag nog werd ons een woning te koop aangeboden)? En wat gaan wij doen?

Morgen gaan wij naar Callista. De vergadering waar wij zo lang naar uitgekeken hebben vindt dan plaats. Dit kan (alle verhoudingen in acht genomen) voor ons een historische dag worden. Deze vergadering zou een stichtingsvergadering moeten zijn. Wat heeft Callista voor ogen, welke mensen zullen er rond onze tafel zitten (wij denken aan een advocaat, een financiëel expert, iemand van de hulpverstrekkende sector, een ervaringsdeskundige inzake NGO's…), wie draagt de eindverantwoordelijkheid, zijn wij de enige financiers,zijn de financiële middelen in overeenstemming met de plannen, zijn onze plannen in overeenstemming met wat zij voor ogen hebben, krijgen wij een dagelijkse opdracht of zal het meer een supervisie zijn, welke hulp kunnen wij van hen krijgen, met wat beginnen, waar beginnen, wat is ons uiteindelijk doel, hoe dat bereiken, Belgische, Vlaamse en Malawese wetgeving, zijn die te combineren enz…? Honderd en één vragen.

Gisteren hebben wij met onze zus en Callista een kleine Ronde Van Zomba gereden. Vele projecten gezien. Wij hebben al eens zo een tocht beschreven onder de titel 'Mlendo ndi mame' van week dertien. Het was een gelijkaardige tocht maar deze keer heeft onze Callista soms meer tijd genomen. Op een bepaalde plaats zette zij haar autocassetterecorder zo hard met een populair Malawees lied en gans de Orphanage stond in rep en roer, dansen, zingen met wel honderd mensen. Indrukwekkend.

Op een andere plaats namen de vrouwen iedere gelegenheid te baat om te zingen en te dansen, drummers waren voorzien zodat er steeds begeleiding was. In plaats van te applaudisseren maakten zij muziek, zongen en dansten zij.Mieke heeft alles op film. Het was sfeervol, soms heel triestig, schrijnend, soms ook hoopgevend, Malawi in zijn totaliteit.

Tijdens onze laatste maand zullen de belangrijkste beslissingen vallen. Mijn zus maakt hier een heel belangrijke periode mee. Ik hoop dat zij, eens thuis, een uitgebreid verslag maakt voor haar broers en zussen en ook misschien voor de weblog.

Wij moeten nu de vergadering van deze avond voorbereiden. Tot volgende week.

Mieke en Johan

5.4.07

Week twintig, zondag 25 maart 2007

Een bijzonder week met …


Onze ‘toevallige’ loper blijft ons verbazen


Vorige zondag kwam inderdaad, kort na de middag, onze loper met een vriend en een korf vol avocado’s en limoenen en zes stokken suikerriet. Wij danken hen met een coke.Na wat gebabbel zegt Gordon dat zijn vriend een ‘songwriter’ is en dat hij een van zijn composities voor ons wil zingen. ‘Laat maar horen’.Ik vind het spijtig dat hij blijft zitten. Maar hij zet aan en hij drumt, zingt en danst terwijl hij op de stoel zit. Ook zijn mimiek is opvallend. Wij kijken geamuseerd toe. Hij krijgt een applaus van ons en Gordon. Nog een kort liedje als dank, een soort bisnummer; Gordon denkt wellicht dat hij als leadzanger van de groep niet mag achterblijven en heft ook de stem. Ook hij heeft zijn liedje zelf geschreven.Het gaat over HIV. Hij zingt vlotter dan dat hij spreekt.Zij hebben wat pech want wij hadden om twee uur een afspraak met de Indiër die niet alleen twee kasten van huizen te koop stelde maar ook een deel van zijn inboedel.Wij nemen afscheid en wij beloven hen dat de ballen die zij vroegen dat wij die wel willen aanschaffen. Wij maken een afspraak voor volgende zaterdag. Hij kan ons dan vergezellen naar de markt.

Vreemd genoeg kwam hij gisteren, zaterdag, niet opdagen. Mede omdat wij al een andere afspraak hadden onderweg, besloten wij niet langer te wachten dan een kwartier. Hij kon desnoods al lopend ons inhalen. Wij gaan naar het internetcafé en wie komt daar plots aan : onze Gordon en een vrouwelijk lid van zijn organisatie, Mable. Hij geeft ons niet veel redenen op om te zijn te laat zijn uit te leggen en wij vragen er niet naar. Mieke besluit niet met ons mee te gaan en alleen naar ‘huis’ te gaan. Ik ga met Gordon en Mable (een meisje dat ‘nurse’ wil worden) naar een winkel die hij ons aanwijst. Het is dezelfde winkel waar ik eerder enkele ballen heb gekocht voor de voetbaltrainingen. Tegenover wat hij dacht dat de prijs was voor één bal, viel de prijs op bijna het drie dubbele uit. Ik besluit toch de ballen te kopen voor hen. Gelukkig, ‘ God heeft mij hen gezonden’ (ik repliceer dat God andere dingen te doen heeft dan mij te zenden). Onderweg doet Gordon een mooie uitspraak: ‘het geluid van deze waterwal is hetzelfde als dat van de oceaan.’ Ik vraag hem of hij al een oceaan gezien heeft. ‘Neen’. Ik ga er niet verder op in en weet niet of hij zelf de ongerijmdheid van zijn opmerking gemerkt heeft. Ik beklaag mij een beetje mijn vraag. Na een leuke babbel onderweg nemen wij, alle drie gelukkig, afscheid. Voor de afspraak van volgende vrijdag: hun optreden voor de leerlingen van een lagere school gaat nog niet zeker door omdat de ‘headmaster’ het licht nog niet op groen heeft gezet voor hun organisatie.


Bij de Indiër


Vandaag, zondag zouden wij meubels kopen van een Indiër. Wij moesten ons haasten om op tijd te zijn. Eerst leek het erop dat daar nog niemand was maar na wat gekuch en geklop kwam de vrouw des huizes te voorschijn. Een heel slanke donkere vrouw, Indisch type met hoofddoekje, van rond de veertig schat ik. Al vlug konden wij merken dat zij vier kinderen had (14, 12, 8 en 6). Haar echtgenoot, die de beslissingen neemt, is in de buurt voor zaken. Maar zij kan ons rondleiden. Het eerste huis is fabelachtig afgewerkt, zeker voor Malawese normen. Plafonds met diep reliëf, alles met hoekjes, kantjes en rondingen afgewerkt. Spierwit. Een slaapkamer waar je langs een ‘boudoir’ naar de badkamer gaat, veel spiegels en kasten, een witte trap leidt naar een crèmekleurig bed. De belangrijkste slaapkamer krijgen wij ook nu niet te zien. Wat moet dat dan voorstellen. Hier is met heel veel zorg en tijd aan gewerkt. Want al die meubels, die afwerking in Malawi verkrijgen is niet eenvoudig.

Her en der staan er meerdere glazen tafels met ronde, vergulde poten, een keer met een halve rotsblok als ondersteuning. Eerst bekijken wij de lederen salon, die stond in de vrouwen leefkamer, dan een viertal slaapkamers, de keuken waar twee grote ovens in staan, de leefkamer van de mannen waar een groot TV scherm staat met bijpassende meubels. Neen, hij verkoopt niet de glazen tafels, niet de computer tafel, niet de grote ijskast enz.

Wij zijn geïnteresseerd in de lederen zetels, de slaapkamers, de ovens, en misschien de TV met meubel. Zij belt haar echtgenoot op om te komen onderhandelen. In een paar minuten is hij daar en staat er een prijs op papier voor alles wat te koop staat. Hij zegt nog eens dat wij over de prijs van de huizen nog kunnen discuteren , waarmee hij wil zeggen dat hij bereid is de prijs te verminderen. Maar voor ons is niet de prijs, in België betaal je misschien het tienvoud, maar wel de ligging zonder vergezicht, weinig tuin, de obstakel. Vooraleer wij kunnen beslissen is hij al weer weg en hij zal, als wij klaar zijn, terugkomen.Wij maken een ‘deal’ voor de lederen zetels ( een klassieke 3,2,1-zit), twee slaapkamers, en na wat aarzelingen beslissen wij toch de grote TV (sony) met meubel te kopen. Wij dingen 5% af op de prijs en vragen de twee speciale (gekocht in Dubai) lampen, een tafelmodel en een staand model, er gratis bij. Zij belt hem op met ons voorstel en hij rekent alles nog eens uit en zegt langs de telefoon dan dat de deal gesloten is. Hij wil ons helpen voor de verhuis. Wij krijgen de ‘boss’ niet meer te zien.

Later in de week bedenken wij ons en sturen wij een mail dat wij een derde slaapkamer ook nog willen kopen. Misschien heeft hij nog wel bestek, borden, potten en pannen te koop. Wij zijn vooral nog geïnteresseerd in het vele speelgoed dat daar overhoop in één van de slaapkamers lag. Volgende zondag (vandaag dus) zal hij ons opbellen want dan komt hij nog eens naar Zomba. Zijn huis en een deel van zijn meubels verkoopt hij omdat hij wou verhuizen naar Lilongwe, de hoofdstad, met het beste onderwijs voor zijn kinderen (Bisshop Mac Kenzie secondary school). Wij hebben nu een mondeling akkoord voor de aankoop van een huis en meubels maar er is nog niets getekend.


Wij tekenen een contract en willen vieren


Wij beslissen om de verkopers van het huis met het mooie vergezicht te vertrouwen en willen eind van de week een voorcontract tekenen. Wij gaan naar de bank en openen een rekening, vragen een speciale rekening voor buitenlandse munten aan. De Malawese munt is zo zwak dat je dagelijks verliest op de Kwatcha. Dus willen wij een rekening waar wij Euro’s kunnen op storten zonder dat die onmiddellijk omgezet worden in Kwatcha. Wij proberen of wij van hieruit met onze Belgische bank kunnen communiceren. Dat lijkt te kunnen. Nog een mailtje naar een andere bank. Ook hier lijkt alles in orde. Op woensdag ontmoeten wij de echtgenoot van de ‘verkoopster’ in het huis dat wij willen kopen. Zijn personeel is allerlei herstellingen aan het doen. Wij willen enkele veranderingen (lees afwerking) aanbrengen aan het huis en hij wil ons daarbij helpen. Wij maken een afspraak voor donderdag om het voorcontract te tekenen.

Wij hadden een voorstel van hen wat veranderd, een deel was een goede verandering maar een ander deel was een foute verandering. Wij stonden daar bij de verkoopster elk met zijn gedrukt papier waar er iets moest op veranderd worden. Neen, er kon geen nieuw document opgesteld worden want haar printer had geen inkt meer. Wij denken dat zij in grote geldnood zit. Dus de verandering met ‘stylo’ aangebracht op elk zijn formulier, daar wat extra handtekeningen op, een schoolvoorbeeld hoe het niet moet, en toch hebben wij het gevoel dat alles in orde komt. Wij fier naar huis, een belangrijke, voor ons wel historische beslissing is gevallen. Hier laat ik Mieke aan het woord, geschreven naar haar kinderen:

In de ochtend gaan lopen en nadien naar de verkopers van het huis gegaan om ons voorlopig contract te tekenen. We hadden Collins opdracht gegeven een kip te gaan halen (levend natuurlijk) om die middag te eten. Toen we tegen etenstijd moe en bezweet terug thuis kwamen, hadden we onze hoop al op die kip gezet natuurlijk want Rufina moest ze bakken. Helaas, helaas, ze hadden geen kippen meer op die plaats en hij had in de buurt nog wat navraag gedaan maar geen kip te bespeuren. We hebben hem een ander adres aan de hand gedaan en hij begaf zich terug op pad. Collins heeft een volle werkdag besteed voor 1 kip aan te kopen. Dat is ook een kunst hè en hij doet dit heel graag, een beetje een dag vrijaf. Omdat we vonden dat we toch iets te vieren hadden en omdat we deze maand nog niet uit eten waren geweest besloten we eens naar Masuku Cottage te gaan. We passeren deze plaats als we met de voetbalploeg gaan trainen maar waren er nog nooit binnen gegaan. Wij ons voor de derde keer op pad gezet. We waren al moe van het lopen en het bezoek aan de verkopers en het was warm, heel warm, de zon schroeide. Eens daar aangekomen was er, buiten het personeel dat zich in de zetels voor de bezoekers had geïnstalleerd , geen kat te zien.

‘Eten?’ Hm, eerst niet, dan weer wel, allez dan, waar wil je zitten. Omdat deze cottage een prachtige ligging heeft, heel hoog op een top, vroegen we naar een plekje met weids zicht. Dat is daar geen enkel probleem, eigenlijk is het er overal prachtig en er was keuze te over. De cottage is heel groot, ruim opgevat, mooi met alles erop en eraan en ge vraagt u af waarom er geen kat is. Maar we zijn al blij dat we uit de zon en met prachtig uitzicht een plaats hebben en bespeuren of onze nieuwe woning van daaruit te zien valt. We doen beiden een gok maar zijn niet zeker. ‘Kunnen we eerst iets drinken?’ Graag een Kuche Kuche (plaatselijk licht bier, 3,5° en een halver liter) dat ik liever drink dan de Green Beer van Carlsberg, hier (?) ook verkrijgbaar. Oh, dat kan niet, geen bier. Raar, raar, geen Kuche Kuche in zo’n oord dat er voor gemaakt lijkt en over een heel grote open bar beschikt. ‘Iets anders dan?’ ‘Coke light?’‘ Wat?’ … ‘Light? Nooit van gehoord.’ Na de ganse reeks dranken opgenoemd te hebben besluiten we maar een bottle water. ‘Ook niet?’ Hoe is het mogelijk?En dan komt het echte antwoord: de barman is eventjes weg met de sleutel maar komt soon terug. Wachten we? Ja? Allez dan. En eten? Kip? Dat lijkt te kunnen. Met wat? We kiezen voor simpel en zeggen rijst en wat groenten. Een beetje later komt onze dienster terug: ‘Helaas, geen kip.’ ‘Iets anders? ‘‘Niks? Geen eten in de keuken?’ Neen, de manager is gone. Heel spijtig vinden we dit want we zijn moe, hebben heel veel dorst en vooral grote honger. ‘Try Peter’s Lodge’ zegt ze eerlijk.

Er zit niet veel anders op. Ofwel naar huis voor een boterham ofwel naar Peter’s Lodge. Juist als we ons op gang zetten passeren we iemand met een kip in zijn handen. Ah, toch eten. Daar is de kip. We twijfelen en rekenen uit hoelang het zal duren voor ze gaar is en hoe zit het dan met de rijst en de groenten en het bier. Het bier kan, de man met de kip was blijkbaar de barman. Dan zegt ze plots: ‘You better go somewhere else’ en meteen is het probleem opgelost. Zij zullen deze kip opeten en wij gaan naar Peter’s Lodge zo’n twintig minuten wandelen: een gezellig en rustig backpackers oord dat notie heeft van toeristen. Hier kunt ge altijd terecht voor een bierke of een simpele maaltijd. Binnen de kortste keren zitten we aan onze kuche kuche op het terras van het restaurant met zicht op de toiletten. Bedenk het zelf maar. We vragen wat brood met boter en zout omdat we hongerig zijn en de kip nog gebakken moet worden en hopelijk niet eerst nog gekocht op de markt. Veel brood met veel goede boter erop en daar ons bierke bij, nog een tweede Kuche Kuche en in de kortste keren zijn we zat maar we zitten goed. De kip is goed hard gebakken zoals ik het graag heb en de rest is gekende kost: Malawese rijst, wat boontjes die eigenlijk niet gaar zijn en de overgekende Rab Roy (een zoete tomatensaus uit het flesje). In een mum van tijd speel ik de halve kip binnen een hoeveelheid rijst.

Het vieren van het tekenen van ons contract heeft ons meer moeite gekost dan het tekenen van het contract zelf.

Tot volgende week

Johan en Mieke, de verslaggevers