johan en mieke in malawi

28.1.07

mededeling van de webredactie

Luiheid, nonchalance,... wat er precies voor heeft gezorgd weten we niet, maar de post van 1 januari was een beetje verloren gegaan. Uiteraard willen we jullie ook deze post niet onthouden. Je vindt de post hier of door naar beneden te scrollen.

Week 11: Een gewone zondag (voor de Kempenaars: zondag houden)



Het is weer eens zondag en dus de dag bij uitstek om te schrijven. Waar andere mensen naar de kerk gaan op zondag en zich aldaar verdiepen in hun bestaan, doe ik dat thuis vanuit mijn plastiek stoel (tegenwoordig voorzien van een kussentje wegens verharding en schraalheid aan mijn staartbeentje) en met de voeten tegen de rotsen zodat mijn computer mooi op mijn schoot kan rusten. Van op de plaats waar ik nu zit kan een mens niet anders dan stil worden, de uitgestrektheid van het groene dal voor me, de afwisseling van wolken en zon, een licht zwoele wind die mijn haar aan het drogen is en dan die natuurlijke rust die er heerst, ik kan er maar niet genoeg van krijgen. Mijn zicht wordt een beetje verstoord door het toilet van de watchmen, een rieten huisje, maar omdat het deurke stuk is, kijk ik juist op het stuk beton met uitgesneden opening waarin alles moet gedeponeerd worden. Geen idee hoe daar de afvoer voorzien is en ik wil het ook niet uitzoeken. Groeien mijn groenten daarom zo goed in die omgeving?

Vanochtend om 5.30 am opgestaan. Een rustig ontbijt genomen, zoals steeds buiten, rozijnenbrood (supergoed gelukt deze keer met heel veel rozijnen), Gouda kaas, banaan, zelfgemaakte confituur van blackberries, Ierse boter, nestlé chocolade en nescafé. Ontbijten is altijd een beetje feest. Intussen passeert Flora en roept dat ze naar de kerk gaat. Ik wens haar ook een goede ochtend en zeg: 'tionana madzulo' wat wil zeggen: wij zien je deze namiddag want straks houden we pannenkoekenslag, dat is gisteren zo beloofd. Er is al een stevige gewoonte gekweekt dat rond 4 pm de kinderen naar ons komen met hun schoolboeken waarna zij oefeningen moeten maken en intussen een hapje en drankje krijgen. Gisteren waren ze met zijn twaalf, dus iedereen was op post. Omdat gisteren niemand zijn boeken bij zich had, hadden we besloten er een rustdag van te maken en dan vandaag maar oefeningen te geven. Dat zagen ze meteen zitten want morgen…… dat zien we dan wel weer. We hebben er een zang- en dansnamiddag van gemaakt en dat doet iedereen graag, zelfs de jongens en het is ook iets waar ze heel goed in zijn natuurlijk. Heel leuk om hen bezig te zien en te horen. Daarna moeten we hen letterlijk naar huis sturen want ze weten niet van ophouden. Vandaag is het dus les op zondag en om dit goed te maken, hebben we beloofd dat ik pannenkoeken zou bakken. Hoe ik dat straks ga oplossen weet ik nog niet goed want met het melkpoeder en mijn traag vuurtje en mijn niet aangepaste pan…….. Tijdens de vakantie kwamen de kinderen rond 2 pm, maar dat is nu verlaat en ik merk ook dat de buren willen dat iedereen proper naar ons komt dus komen de oudsten eerst bij ons aan en uiteindelijk Sibongole (3 jaar) als laatste. Ze zijn dan allemaal in bad geweest en hebben propere klederen aan. In de week kwam Sibongole hier aan in een soort pyjamabroekje en ik dacht dat het haar slaapkleding al was, maar blijkbaar wou ze ook een broek dragen zoals ik dat hier veel doe. Sibongole is het soort kind dat je hart steelt, maar Esther en Tadala en Joseph doen dat ook natuurljk, zelfs Roos die al 11 jaar is en bijna zo groot als ik, kan soms nog een echte zotte vlaai zijn. Ze zijn kinderen die al volwassen moeten zijn. Ik probeer een paar foto's door te sturen.

Even terug de draad opnemen van vandaag: Om 8.30 am zijn we gaan lopen en Johan was vandaag in topvorm, hij ging er meteen een extra stuk bij aan brouwen. Het is weer helemaal in orde aan het komen voor hem, hij heeft veel minder last aan zijn knie of rug, weegt ook al zo'n 6 kg minder en er waaide deze ochtend een frisse wind langs de flanken wat het lopen (vooral voor Johan) veel lichter maakt. Ik heb mijn parcours vandaag met een kleine helling uitgebreid en ga proberen elke week iets verder te lopen zodat ik op een vol uur lopen kom (nu 50'). Als Johan zo verder blijft doen zal ik het weer zijn die achter hem loopt ipv hij achter mij zoals het een hele tijd is geweest. Maar het parcours dat we lopen blijft ontzettend mooi en vooral de afwisseling maakt het zo aangenaam, van bocht naar bocht en van helling naar daling enz… Als ik bijna thuis ben, aan de 4-ways, waar vier wegen samenkomen, heb ik nog een heerlijke daling tot de 3-ways en vanaf dan is het hard labour voor 5 minuten, het zwaarste stuk op het ganse parcours maar tevens het laatste dus dat moet er nog bij kunnen. Vanaf die 3-ways is het steil omhoog tot de 2-ways, heel even vlak dan en dan nog steiler omhoog tot voorbij onze buurvrouw en daar stop ik want het allerallerlaatste tot aan mijn poort (maar 50 m) is echt te steil om te lopen, zelfs al wandelend is het uiterst zwaar; Nog 50 meter verder stop het baantje en kan je langs een paadje hoger op de flanken van het Zomba Plateau. Na de douche heeft Johan een ananas (overheerlijk sappig en zoet) in stukken gesneden en heb ik me met de computer aan de rots gezet. Intussen is het bijna 6 pm en is de pannenkoekenslag voorbij. Elf kinderen met honger en toen elk twee pannenkoeken met mijn blackberryconfituur (had er in de week een hoop gekocht van een verkoper op weg naar huis) op had, stonden hun ogen nog vragend van: komt er nog eentje. De rest van de pannenkoeken is voor de 'watchmen' seffens. Flora ( de oudste) wou stiekem een pannenkoek in haar rok wegmoffelen voor haar ouders. We hebben er dan maar snel twee naar huis laten brengen. Gisteren was de moeder (van vijf toffe dochters) ook al eens langsgekomen toen de kinderen bij ons waren, ze kwam zogezegd water halen. Waarschijnlijk vond zij dat er hier veel leute moest zijn want het was zingen en dansen geblazen. En ja hoor, samen met haar oudste dochter heeft ook zij een liedje gezongen en ik moet zeggen het was echt mooi gezongen. Al haar kinderen kunnen goed zingen en zij hebben, zo te horen, het niet van vreemden. De pannenkoekenslag was dus, zoals verwacht, een groot succes en voor herhaling vatbaar.

8.1.07

8 januari - SFEERBEELDEN of zijn het MIJMERINGEN

Onder de rubriek ' sfeerbeelden of zijn het mijmeringen' verzamelen wij iedere maand een aantal ideeën of overpeinzingen die de maand ervoor geschreven of gedacht zijn.

Geen kunstmatige kerstverlichting!
Vreemd maar zonder de commercie voel je veel minder de sfeer van Kerstmis aan. Geen straatverlichting, laat staan kerstverlichting. Wij hebben onze kunstverlichting uitgezet omdat er tegen het raam misschien wel honderd vuurvliegjes rondvlogen. Verlichting met honderd en één programma's.
Op de computer weerklinken de kerstliederen van het Sint Lievenskoor. Straks gaan wij naar de kerk en dan zal het echt pas Kerstmis zijn. Geen kerststronken, geen feestdis, geen familie; het zal onze soberste Kerst van mijn leven worden. Moet kunnen, zeker weten!
De mis was eerdr een protestantse dienst met veel preken (afwisselend met korte zinnen in Chichewa en Engels. Maar ook met zang, dans en handgeklap. Toch leuk om het eens mee te maken. Aan allen een Zalig Kerstmis. Ik vind vrede één van de heerlijkste gevoelens. En die vrede wens ik aan elk van jullie!

Het regent al de hele nacht pijpenstelen. Misschien had ik toch een auto moeten huren, of kopen. Dan kon ik nu onze nachtwakers naar huis voeren. Het is iets na vijf, de nachtwakers aarzelen om naar huis te rijden. Hier jaagt men geen hond door. Zij besluiten uiteindelijk om toch naar huis te rijden.
Malawi is een land van veel kinderen, heel veel kinderen. Maar wat merkwaardig is, ik zie relatief heel weinig vrouwen die in verwachting zijn.

Twee zinnetjes hebben mij aan het denken gezet. Eentje heb ik zelf geschreven: 'zij hebben niet veel maar dat deert niet, al bij al zijn zij gelukkig.' En een zinnetje dat Mieke las in haar boek 'De oorlog van het einde van de wereld' van Mario Vargas Llosa: "Gezondheid, liefde, macht en rijkdom maken een mens egoïstisch".
Dat geld en macht een reden kan vormen om meer egoïstisch te leven, dat voelen wij wel aan. Maar dat gezondheid en liefde egoïstisch maakt is niet zo evident. In die zin staat het aforisme: 'Liefde beveiligt meer dan macht en bezit'
dichter bij ons aanvoelen. En toch. hier in Malawi versta je LLosa beter. Een Malawees heeft niet veel, er zijn hier vele dodelijke ziektes, er is weinig geneeskundige verzorging, er is hier zeer eenzijdige voeding, lage levensverwachting, weinig goed betaald werk, geen sociale zekerheid enz. En toch kan hij in deze omstandigheden gelukkig zijn. Hij heeft in ieder geval een zeer sterk sociaal weefsel. En dat helpt.
Maar eigenlijk is dat bij ons ook zo. De toegankelijkheid van vele huizen is meestal omgekeerd evenredig met de rijkdom. Ook hier zie je dat constant. De huizen van de armen staan heel dicht bij elkaar, zonder afbakeningen, meer zelfs zij creëren een gezamenlijke open ruimte. De villa's van de rijken staan afgelegen en ommuurd; dikwijls nog voorzien van prikkeldraad boven op de muur. Dan lopen er nog een paar nachtwakers rond, enkele rottweilers of familie ervan.
Maar de meeste Malawezen leven heel dicht bij elkaar. Zij leven ook lijfelijk. Meer dan eens zie je jongens of meisjes hand in hand gaan of hun arm over de schouders van hun medevoetgangers. Onze buurtkinderen kunnen letterlijk aan mekaar hangen.

Kunnen wij dan iets leren van de Malawees?
Waarschijnlijk niet meer van een arme Malawees dan van een arme landgenoot. Hun zeer sociaal leven is gewoon een noodzaak. Zij hebben geen middelen om zich af te zonderen en zij hebben mekaar nodig als er problemen zijn. In die zin heeft Lloza gelijk. En met liefde bedoelt hij waarschijnlijk de echtelijke liefde. Ook die liefde kan leiden naar asociaal leven. Heb je geen macht, geen geld, geen gezondheid, geen of geen goede echtelijke relatie, dan zoek je aandacht, begrip, hulp en genegenheid bij je lotgenoten. Je ziet dat ook in Malawi. Zij die kunnen ontsnappen aan dit armoedig leven, zullen het doen. Ik heb gehoord dat er in Engeland (men zei me zelfs in Manchester alleen al) meer Malawese dokters zijn dan in heel Malawi. Dat zegt genoeg. De beteren keren de armen de rug toe.
Hard, maar o zo menselijk en zo universeel. Mieke vertelde mij dat hun boy in 1993 bereidt was vrouw en kind in de steek te laten om met hun mee naar België te komen.
Wij kunnen wel iets leren van hun warm sociale omgang maar dan om andere reden dan dat het nu gebeurt. Het leven zit vol tegenstrijdigheden. Het tegenstrijdige is hier weer dat je aan gezondheid, liefde, macht en rijkdom, moet verzaken om tot een betere sociale omgang te komen. Eigenlijk kan dat niet, toch niet voor de eerste twee, maar zelfs met drie en vier is op zich niets fout.

Het heeft dit jaar al heel veel geregend. Zaterdagvoormiddag gingen wij langs ons schilderachtige weg naar het centrum van de stad. De zon scheen maar wij waren nat van het zweet en van de hoge vochtigheidsgraad. Naar het internetcafé, post (met o.m. een pakje voor.Birgit!!!), markt en winkeltje. Maar plots overtrok het en nog maar pas aan onze terugtocht begonnen of het begon te regenen, altijd maar harder en harder. Wij hadden maar één regenscherm bij. Het was kiezen of onze boodschappentas beschermen of ons beschermen. Wij vonden dat de boodschappentas minder goed tegen de regen kon dan wij. Dus de boodschappentas droegen wij in het midden onder de paraplu, en wij met elk één schouder in de regen. Maar wij hebben genoten. Wij hadden open sandalen in kunststof aan. Ideaal bij zo een weer. Als kleine kinderen liepen wij door het water dat met beken over de weg stroomde. De watervallen waren luidruchtiger dan ooit. Soms moesten wij in de modder lopen en dan moesten wij het roodgele stromend water opzoeken om de resten van de modder in onze sandalen weg te spoelen. Het stromend water afkomstig van het plateau voelt fris aan maar het water dat in plassen op de weg ligt voelt heel warm aan. Doornat tot op ons ondergoed kwamen blijgezind aan. De wandeling van een uur was zo voorbij. Nog een lekkere douche en droge kleren aan en wij kunnen onze verse producten bereiden in een lekkere maaltijd: steak, rijst en curry, en tomaten en aubergines in een ajuintje gestoofd.

Smakelijk en tot volgende maand
Johan

1.1.07

Week 8 zondag 1 januari 2007

Een gelukkig Nieuwjaar voor iedere lezer!!!


What a day! Donderdag 28 december, de dag van de onnozele kinderen

1. naar de dienst Immigration in Blantyre

Voor de derde keer (en wij hoopten voor de laatste keer) reisden wij af naar Blantyre voor de toestemming van de verlenging van ons verblijf (een toeristenvisum geldt maar voor max 3 maand). Onze twee eerdere pogingen om een verlenging van onze toeristenpaspoort te verkrijgen, is al een verhaal apart. De eerste keer konden wij meerijden met Wim en Ine. Wij hadden een anderhalf uur vrij voor onze verlenging te regelen. Wij voelden onmiddellijk waar het naar toe zou gaan. Wij kwamen er aan en wij hadden twee foto’s nodig, copies van onze paspoorten. Wij kregen het verrassend snel klaar, maar dan moest er een motivatie bij zijn. Wij vroegen of wij dat hier konden doen. Neen, want het moest ‘gedrukt’ zijn. Verbazing kon je waarschijnlijk in onze ogen lezen. Maar een droge: ‘Kom maar eens terug.’ Maakte duidelijk dat het niet voor deze dag zou zijn.

Tweede keer (met het busje), ja alles was ok maar wij moesten eerst 5000 MK betalen boven bij de financiën. O.K. wij betalen, wij krijgen een kwitantie die zij aan onze aanvraag wordt geniet en zij houden die papieren. Wij slaan daar geen acht op. Wij vinden het logisch dat zij al die papieren houden wellicht omdat een van hun overste het volledig dossier dan in handen krijgt en dan een beslissing neemt. De man die ons bediende, zei dat wij donderdag 28 december moesten komen want dan was hij er. Dus wij een derde keer naar Blantyre Omdat wij een hele hoop aankopen plannen in Blantyre, kiezen wij deze keer voor de huurauto. Wij zijn op tijd in Blantyre. Ik gok dat wij nu onze verlenging krijgen. Maar eerste tegenvaller: de man die zei dat hij er zeker zou zijn, is er niet (hun uitleg “hij werd deze week opgeroepen om in Mzuzu te zetelen” .Tweede tegenvaller: “Waar is ons bewijs van betaling?” Wij vallen wat uit de lucht. Wij herinneren ons vaag dat zij die gehouden hadden, maar heel zeker zijn wij niet. Wij kijken toch even voor alle zekerheid of wij ze niet in onze tas hadden zitten. Neen. Maar zegt er een hulpbediende: ‘Ik zal eens gaan kijken naar de dienst financiën of jullie betaald hebben!’ Tot mijn verrassing zegt hij dat wij betaald hebben. Maar wij moeten het bewijsje hebben en dan kunnen wij zo onze verlenging krijgen. Kom volgende week terug. Wij beginnen te klagen. Waarom zij zo moeilijk doen? Wij willen hier de bevolking helpen, (allicht wat overdreven). Wij hebben geen wagen, moeten met openbaar vervoer komen enz… Maar dat is natuurlijk niet van het slimste. Zij willen het ons juist moeilijk maken zodat wij hen iets in de handen duwen en onze paspoort is klaar. Naast wat diep verborgen principes, vrezen wij ook een beetje dat het geven van fooien een gevaarlijke zaak kan worden. Men kan dat interpreteren als een vorm van omkopen. En dan pas is de wagen aan het rollen. Dus wij beslissen om niets te geven. Ik had al overwogen dat op het moment dat wij onze verlenging hebben om misschien dan iets te geven. Maar er wordt verder gediscuteerd. Misschien hadden zij onze onrust (over poging tot omkoping) geraden en daar verschijnt de grotere baas. “Kom volgende dinsdag ( 2 januari) terug en kom onmiddellijk naar mijn bureau. De bediende zal jullie mijn kantoor tonen.” m.a.w. je moet de gift niet geven aan een publiek loket Wij blijven wat tegenpruttelen. Wij worden wat stouter en zeggen dat wij het ontvangstbewijs hier hebben achtergelaten. “Come and see us next thuesday. Thank You” Die ‘thank you’ van de ‘boss’ was duidelijk als ‘en hier stopt de discussie’. Ik antwoordde met een even goede en vriendelijke ‘thank you, sir’ en zodoende gaf ik de indruk dat ik zijn bedoeling niet doorhad. Wat gerommel in de schuiven en de hulpbediende vindt, waarom weten wij niet, mijn ontvangstbewijs, Ik dacht, ja, zij geven toe. Nog wat gerommel in dezelfde schuif, maar de hulpbediende vindt het betaalbewijs niet van Mieke. Wij zijn even niet alert genoeg om dan voor mij de verlenging te vragen. De hulpbediende verdwijnt opnieuw. De boss komt weer en hij zegt: “ I take copies of your request and we show you my office.” De boss verdwijnt en de hulpbediende vraagt om met hem mee te komen. Aan zijn bureau wachten wij even, the boss komt met kopies in zijn hand en zegt ons dat wij volgende dinsdag moeten terugkomen. Wij druipen af, zonder onze verlenging. Hier is duidelijk een geval van moeilijk doen om een fooi te krijgen. Enerzijds verstaan wij dat mensen die heel weinig hebben wat azen op een fooi maar anderzijds zijn zij bij de beteren van het land en is geven van een fooi toch gevaarlijk, zoals gezegd. Wij gaan dinsdag 2 januari terug naar Blantyre en zijn niet van plan een fooi te geven. Wij zien wel

2. Het huren van de auto:

Dat viel alles bij elkaar nog mee. De prijs en het moment van afhalen (tussen 7 en 7u30) was afgesproken. Alleen als wij er aan kwamen, stond de wagen klaar maar de man die de sleutels had was er niet. “Kom maar eens terug rond negen uur”. Mieke protesteerde en vroeg of zij met de ‘boss’ kon spreken. Die is er niet. Heb je zijn telefoonnummer? Ja! Mieke draait de nummer maar er stond niet genoeg geld op onze GSM en dus geen telefoon. Maar de telefoon had toch indruk gemaakt want plots kwam de man met de sleutel opdagen. De wagen zag er in orde uit. Ik stap in zonder de wagen na te kijken en rijd met een Toyota Corolla (?) automatic, met het stuur rechts, de baan op. Ik rij geconcentreerd, eerst weer gewoon worden links te rijden. Wij betalen eerst de huur bij Housing coorporation, en Mieke maakt van de gelegenheid nog gebruik om haar klacht, dat er een bijennest de dakgoot aan het opeten was, nog eens te herhalen. Een paar excuses dat zij de afgelopen maand nog niet geweest waren maar vanavond (dat moest ’s avonds gebeuren) of morgenavond komen zij zeker. Mieke antwoordde nogal doortastend: ‘het is niet mijn huis maar uw huis. Dus…’

Daarna naar Blantyre: Immigration, eten, inkopen doen (onze koffer geladenin de plenzende regen) en terug. Maar voorts verloopt alles vlot met de wagen. Ik vind de wagen goed. Een politieagente moet dat ook gevonden hebben. Op een goed vijf km van Zomba worden wij tegengehouden bij hun vaste controlepost. Dikwijls mag de Mzungu’ onmiddellijk door maar de politiedame kwam nogal frank naar onze auto. “U rijdt naar Zomba” Ik zeg ja. “Mag ik meerijden tot het centrum”. Ik zeg eh …ja en zij stapt prompt in, wat gebabbeld in de auto en zij bedankte ons hartelijk toen zij uitstapte. Toen moesten wij eerst nog onze inkopen afzetten bij ons huis. En alhoewel ik in een van mijn eerste mails schreef: ‘dat wij in een straatje wonen waar je alleen te voet op kan of met een 4X4’. Ik reed met geen 4X4 dus kon ik weten dat ik er niet op zou kunnen. Ik trachtte zo dicht mogelijk bij ons huis te rijden. Maar op honderd meter van ons huis reed ik vast. Een stijgingspercentage van meer dan 20% en een slechte weg was teveel voor onze wagen. Ik forceerde niet. Wij stapten uit, maakten de auto leeg. Mieke (om het gewicht te beperken) moest de wagen dan maar er uitrijden. De wagen liet zich gewillig naar beneden zakken en wij konden de wagen terug brengen. ‘Wij’ was wat veel gezegd want bij onze aankomst aan ons huis stelden wij vast dat er nog steeds geen elektriciteit was. De nacht voordien was de elektriciteit uitgevallen tijdens een hevig onweer. Toen wij om 6u15 a.m. vertrokken was er nog geen elektriciteit. Omdat wij niet wisten of er tijdens de dag elektriciteit geweest was besloten wij toch naar de Elektriciteitsmaatschappij te rijden om te vragen waarom wij nog geen elektriciteit hadden. Bij Escom aangekomen moest Mieke daar blijven om met de onderhoudsploeg mee te rijden om de weg te tonen en om hen in het huis binnen te laten. Ik reed voort om de wagen terug te geven. Het was bijna vijf uur toen ik eraan kwam. Ik heb dan nog een uurtje te gaan eer ik thuis ben en de duisternis valt hier rond 6u20 in. Alles leek in orde, ik moest wel even wachten, de tank werd gevuld, de boss ging eerst de wagen inspecteren. Ik wachtte in zijn magazijn met op de zijkant een bureau, toen zij mij vroegen naar de wagen te komen kijken. De voorruit vertoonde een barst. Ik was mij van geen kwaad bewust. Zei dat ik het niet gezien had, nog vooraf, nog nadien, en dat ik niets gevoeld had onderweg. Geen steentje, neen. Maar na een poos zei de ‘boss’ ok. Achteraf zei Mieke mij dat zij gezien had dat de barst er was voor ons vertrek.

Ik rekende af. Het was toen al 5u45. En snelde naar huis. Onderweg begon hetdan nog te donderen, onweerswolken dreigden, het begon zelfs te druppelen maar echte regen kreeg ik niet. De duisternis was nog maar net ingevallen toen ik thuis kwam rond 6u30. Wat wel leuk was dat ik van ver kon zien dat er licht brandde in ons huis.

3. Geen Elektriciteit

Hier laat ik Mieke aan het woord.

Johan had mij afgezet aan Escom en de onderhoudsploeg zou mij oppikken om naar ons huis te rijden. Ondertussen zie ik de pick-up vertrekken waarvan ik vermoedde dat ze me mee zouden nemen, maar nee, ik moest nog even wachten want ze gingen eerst hun tank vullen wat mij erg onwaarschijnlijk voorkwam omdat de pick-up vol personeel zat en ze juist de secretaresse er nog bij konden hijsen achterin. Dan maar gewacht bij de nachtwaker die me entertainde met verhalen in afwachting dat de onderhoudsploeg de tank gevuld zou hebben (het personeel naar huis gedaan had ). Na een dik half uur kwamen ze me ophalen en zo reden we naar huis waar alles donker was. Eens binnen bleek de klus heel snel geklaard, een paar knopjes hier duwen en een paar daar en oeps het licht ging aan. Toen ik om uitleg vroeg zodat ik dit de volgende keer zelf zou herstellen kwam er met moeite wat uitleg. Ik heb wel hun namen gekregen en wat ik moest zeggen als er nog eens panne was. Hun snelheid van service is maar éénmalig en afhankelijk van de fooi die er tegenover stond. Deze ervaring had ik al geleerd met de Malawi Housing Corporation en op de dienst Immigration. Dat zal volgende keer lang wachten worden, vrees ik, want ik had maar 30 kwacha in mijn zakken zitten en ik vrees dat ze dat niet genoeg vonden van een mzungu. Na mijn ijskast volledig te hebben gereinigd want mijn potten confituur waren door de warmte opengesprongen en alles hing vol met perzikmoes, kwam Johan hijgend in het donker thuis.

4. De bijtjes

Het was hoogtijd om wat te eten. Onze lekkernijen van de stad (bruin brood met brie) boven gehaald en rustig onze tijd genomen. Toen wij dachten te gaan slapen hoorden we een claxon aan onze poort. Helemaal vergeten en eigenlijk ook nooit verwacht door de kracht van gewoonte hier, was daar de ploeg van Malawi Housing Corporation. Ze kwamen voor de bijtjes. Intussen was het beginnen te regenen maar dat kon hen niet tegenhouden. Gewapend met een pak tegen de steken van de bijen en een houten laddertje zouden ze de klus even klaren. Hiervoor waren ze met vier gekomen waaronder de man die ik diezelfde ochtend had aangesproken. De ladder tegen de muur gezet en de man in pak erop. Helaas, hij geraakte niet met zijn spuit tot aan het dak waarin de bijen hun nest hadden gemaakt. Geen probleem, de baas vertelde me dat hij zijn belofte zou nakomen en dat hij nog lang niet moe was. Met zijn allen terug de wagen in en weg waren ze voor een half uur, een grotere ladder halen. En inderdaad een half uur later stoven zij onze tuin op en nog een uur later was de raat en een deel van de goot weg en later zouden zij de dakgoot komen maken maar dat zou dan wel overdag zijn. Wij geven deze keer een flinke fooi.

5. Triest einde?

Maar wellicht kreeg deze dag nog een staartje. Wij hadden de watchmen gevraagd de raten weg te doen voor de hond, die al vijf of zes weken zwanger was. Maar later stelden wij vast dat zij die raten gewoon een tiental meter verder in de struiken gegooid hadden in plaats van ze in de grond te steken. Heeft de hond die raten gevonden en opgegeten, wij weten het niet, een paar dagen later begon zij hoogzwanger te lijken en op oudejaarsdag baarde zij vijf puppies die niet levensvatbaar bleken. Zou je op zo een 28 december niet onnozel worden?


Johan en bijwijlen Mieke


Tot volgende week!