johan en mieke in malawi

18.2.07

week 14

SFEERBEELDEN of zijn het MIJMERINGEN
Onder de rubriek ' sfeerbeelden of zijn het mijmeringen' verzamelen wij iedere maand een aantal ideeën of overpeinzingen die de maand ervoor geschreven of gedacht zijn.

Zondag 11 februari 2007 om 5u50

"Dzuwa lili kutuluka" letterlijk: De zon komt uit (de aarde) of m.a.w .zonsopgang. Zo schitterend was het weer gisteren, zo druilerig is het vandaag. Gisteren was het een prachtige ochtend. Wij stonden heel vroeg op, om 4u30 en hadden ons bewust buiten geïnstalleerd om naar de zonsopgang te kijken. En wij hebben een heel prachtig schouwspel meegemaakt. Eerst zie je wat flauw licht. Aan de horizon licht de hemel wat op. Langzamerhand begin je land te zien en komt er een rode gloed. Eigenaardig is dat je links van de plaats waar de zon moet opkomen die rode gloed niet te zien is (dat is boven het Chilwa meer) en dat rechts een heel eind van de zonsopgang die rode gloed wel te zien is. Maar de zon kondigt zich heel majestueus aan. De hemel wordt een spel van helrood, geel en dan langzaam uitdovend in blauw, grijs, donker. De gloed wordt heviger, de plaats waar de zon moet komen wordt helderder. Je kunt de felheid van kleuren nauwelijks vatten. Ik denk aan mijn jeugd: Lof (een kerkelijke dienst in de namiddag), de aanbidding van de monstrans, een fel goudgele kelk die stond hoog op het altaar op een draaitafel. Op die kelk stond een heel groot gouden sierdeksel waar de Heilige Hostie achter een klein glazen deurtje zat. Alles was één schittering van goud en licht. Tantum Ergo werd uit volle borst gezongen, wij aanbaden God in al zijn glorie. Nog een ander religieus beeld spookt door mijn hoofd: een passage uit het evangelie waar de verschijning (of heet het de aanbidding?)van God op een berg aan (van) Jezus en enkele van zijn apostelen verhaald wordt: voor zover ik mij kan herinneren wordt daar beschreven wat ik nu zie. De gloed, de oogverblinding tot je niets meer ziet, tot je je blik moet afwenden omdat het licht te hevig wordt.

Ik concentreer mij op de zonsopgang en houd mijn blik op de donkere lijn tussen licht en duisternis, de scheidingslijn tussen aarde en lucht. Het wordt vijf uur, ik denk: binnen het kwartuur is de zon er. Maar het spel van licht, kleur en duisternis duurt nog langer dan een kwartuur, zonder dat de zon opkomt. Mieke en ik worden stil. Wij raken bijna vermoeid van het turen. Maar de zon laat op zich wachten. Ik kan het vergelijken met mensen die staan te wachten op de komst van de koning. Vooraleer de koning er voorbij komt, heb je al vier, vijf keer gedacht, daar is hij. Maar als hij er werkelijk aankomt dan is de drukte zo groot dat er geen twijfel mogelijk is. De koning komt voorbij. Het wordt 5u30. Wat later komt er een heel fel rode oplichting op twee plaatsen net onder de scheidingslijn tussen licht en grondlijn. De gloed wordt op die plaats heviger, je ziet zelfs een klein hevig gloeiende booglijn. Je zou denken: "Dat kan de Zon zijn" maar die moet hoger opkomen omdat wij de horizon hoger inschatten. Maar wij waren mis, de regisseur had de toeschouwer op het verkeerde been gezet. De horizon was lager. De zon, heel groot, kwam letterlijk uit de aarde gerezen, in het begin een en al rood en je kunt er nog goed in kijken. De kleuren er rond zijn van een ongekende hevigheid. Ik mis bazuingeschal, orgelmuziek, Bach, Tantum Ergo…

Twee minuten later, 5u37, ik kan niet meer kijken: het statige rood moet plaats maken voor het felle gele zonlicht. Mijn ogen worden verblind, ik moet de blik afwenden. Ik kijk naar Mieke, wij zeggen niets, wij voelen een speciale band, wij ontbijten.

De kinderen zijn dol op kleurpotloden en kleurboeken. De meisjes van elf, twaalf voelen zich achttien als er een jongen ouder dan 15 voorbij wandelt maar als ze hun zusje van drie zien kleuren, willen zij doen zoals hun zusje van drie. Kinderen zijn hier niet anders. Maar ook de haantjes en de kippen doen hier net hetzelfde als in ons land. Dat belachelijk haantjes gedrag: de domme haan moet het gevoel hebben dat hij de baas is, trippelt eens rond het kippetje, dreigt en geef dan het lekkerste eten aan het kippetje. En de sluwe kip (zeg niet meer "stom kieken") geeft hem het gevoel dat hij de baas is en ontvangt met veel vreugde het lekker stukje eten. En juist die zelfde gestes, net dezelfde bewegingen als de hanen of kippetjes in ons land. De wonderen van DNA en RNA. Maar erger nog; ondergetekende vreest dat het bij mensen net op dezelfde manier gaat. Ik schaam mij een beetje dat ik en mijn lotgenoten ons zo dom gedragen. Kan ik nog van geslacht veranderen? Neen! Oef! (ik zal het nooit leren!)


Van Old Naisi (onze buurt) wordt gezegd dat het een betere buurt is. Ik heb in een vorig artikel mij dan afgevraagd wat dan die andere buurten moeten zijn. En inderdaad in onze wijk is er ook armoede maar als je door de andere buurten wandelt dan zie je dat het nog erger kan. Hier staan vele goede huizen, je ziet veel jeugd die beter en moderner gekleed zijn dan de gemiddelde Malawees. Old Naisi heette vroeger 'Matokoteza' naar een plaatselijke riviertje. Maar Zomba is ooit de hoofdstad van Malawi geweest (tot 1975); De parlementsgebouwen liggen op een drie / vier km van onze wijk, net voor de stad. Wij komen er voorbij als wij naar de stad gaan. De parlementariërs woonden in de onmiddellijke nabijheid van de parlementsgebouwen in nog riantere huizen dan die van Old Naisi. Maar de staf, de bediende, niet de slechts betaalden woonden vooral hier. Zij veranderden de naam in Cold and Nice. Wat later werd deze naam veranderd in Old Naisi (uit te spreken als Old Nais). En inderdaad waar wij wonen is het gemiddeld een paar graden kouder dan in de rest van het land en het uitzicht is 'very nice'.


Van uit Old Naisi nog een goede dag en tot volgende week.
Mieke en Johan (de verslaggever)

13.2.07

Week 13 - What a difference a day makes: 24 little hours

Dinsdag 6 februari: idyllisch. De dag van gisteren zit nog in ons hoofd.

Voor vijf uur op en wij aanschouwen de pracht van de zonsopgang. Al zie je geen zon, alleen rode gloed aan de horizon.Wij beschrijven de twee vorige dagen.

Zondag 4 februari: wij keken er al een tijdje naar uit. Om onze verjaardagen te vieren hadden wij een extra voettocht gepland van meer dan 25 km en wij moesten een hoogte overwinnen van 700 m om te kunnen lunchen in de Ku Chawe Inn, de 'Comme Chez Soi' van Malawi, daarom niet het beste restaurant van het land wel het bekendste. Wij vertrokken om 8 uur, geladen met rugzak vol verse kleren (tot vers ondergoed toe) en 2,5 liter water en een regenmantel voor Mieke. Wij opteerden voor verse kleren boven de paraplu. Wij wisten niet of het een hete dag zou worden (en wij nat zouden worden van het zweet) of een regendag.

Het weer leek een bondgenoot te worden. Niet te heet, weinig zon maar ook geen regen bij de start. De eerste zes km is gekend terrein en ook het gemakkelijkste deel van onze weg. Het is ons loopparcours. Daarnagaat het omhoog naar de top van het Zomba plateau waar de Ku Chawe Inn zich bevindt. Soms wat mistig, dat gaf een mysterieuzer tintje, het spel van zon en wolken, dan weer een dreigende hemel, even volle zon. Op drie uur tijd zijn vele schakeringen mogelijk. Waarschijnlijk hebben wij de weg al beschreven die wij moeten nemen als wij met de jongens naar de voetbaltraining gaan. Dat is echt steil. Ik denk toch dat er een stuk van 200 m tussenzit met een stijgingspercentage van 20%, misschien zelfs iets meer. Een echte kuitenbijter. Of je wilt of niet, en zelfs de 20ste keer nog, je voelt je kuiten hevig trekken. Dus wij wisten dat wij al een en ander gewoon waren en in goede conditie verkeerden, en ja hoor wij kwamen heel gemakkelijk de helling op. In minder dan drie uur klaarden wij de klus. Om 10 voor elf kwamen wij daar aan. Eén klein incidentje met een ietwat agressievere 'givememoney' maar voorts heel prachtige vergezichten en het leuke is ook dat wij nu al heel wat details van Zomba kennen. Onmiddellijk naar het toilet om onze droge en verse kleren aan te trekken en wij waren klaar voor het aperitief. Eerst op het terras daarna in de clubzetels achter glas omdat het heel mistig werd. Mieke bestelt een glas witte wijn, ik houd het voorzichtig op een green beer van Carlsberg. Mieke geniet heel erg van haar wit wijntje (een vol glas) en begint wat high te worden, maar dat zal wel van de hoogte zijn. Wij genieten ten volle. Het eten is lekker en ook ik begin wat high te worden omdat ik nu regelmatig van een glas rode wijn, heel lekker, nip. Wij sluiten af met een zoetje en een koffie en dan terug onze kleren aan van de heenweg. Op 2u15 staan wij doornat voor ons huis. Doornat want de laatste tien minuten is het beginnen te gieten, met bakken over ons heen. Douche en rustig onze dag vol maken. Een sober avondeten en snel naar bed want… morgen wacht ons een heel ander program.

'Mlendo ndi mame' - Op stap naar de armoede, naar de minderbedeelden, op stap met

Malawi Government

Callista Chapola – Chimombo, MP,

deputy Minister of local Government & Rural Development

Haar visitekaartje. Wij hadden afgesproken rond tien uur en ja hoor 10 na 10 hoorden wij een Toyota: een landcruiser, zegt Mieke. Een vrouw in legerkledij en een heel stevige, vrouwelijke chauffeur begeleiden onze dame, weeral getooid in felle kleuren en sjaal in dezelfde kleuren om haar hoofd gedraaid. Zij is niet alleen door haar klederdracht een opvallende vrouw maar ook door haar bouw, meer dan 1m75 groot, heel stevig gebouwd, ik schat een 90 kg maar meer stevig dan vet. Ik heb meer schrik van de vrouwelijke chauffeur dan van de vrouw in legeruniform, wij veronderstellen de bodyguard. De chauffeur heeft bovenarmen zoals mijn billen. Als wij pech hebben onderweg dan tilt die onze Callista op om haar ter plekke te brengen en als zij in vorm is, neemt zij ons twee er nog bij ook. Zo grof haar uiterlijk is, zo fijn leidt zij de steengoede auto behendig langs de hindernissen heen. Zij zijn 's morgens vertrokken rond zes uur in Lilongwe. Zij hebben er dus 400 km opzitten en nu nog eens, ik schat, een 250 km op moeilijk te berijden wegen.

Wij bezoeken eerst een school. Het onderwijs is verdeeld zoals bij ons in een lager en secundair onderwijs. Het enige verschil is dat de lagere afdeling twee jaar langer duurt (8 klassen, 'standard' genoemd, en het middelbaar bestaat uit vier klassen, 'form' genoemd). Hier waren de 'standard' van 1 tot 4 gehuisvest. Gehuisvest is veel gezegd. Hutjes met strooien dak. Geen schoolgerief. Zestig, zeventig kinderen die rechtstaand naar een bord van 80 op 60 cm kijken. Hier vorm je geen bollebozen. Dat hun onderwijs steunt op gezamenlijk debiteren, nazeggen van teksten en rekensommen is gewoon uit noodzaak. Individueel begeleiden, prikkelen van hun hersenen is hier niet mogelijk zonder de 69 andere leerlingen aan hun lot over te laten. Als wij vertrekken komen de kinderen naar ons kijken. Zij staan in de deuropening. Je ziet alleen nog de grote ogen, vragende ogen, mooie ogen, witte tanden. "Mlendo ndi mame" dit betekent "een bezoeker, een reiziger is vluchtig" moet ik denken in hun plaats. Zij blijven wellicht nog wat nadromen, de leerkracht zal nog moeilijker dan anders hun aandacht krijgen. En wij, onder de indruk en toch ja, wij rijden verder.

De volgende plaats is een orphanage met weinig middelen. Ik merk aan kleine details dat wij overal verwacht zijn. Doen zij zich beter voor dan zij zijn? Hebben zij meer kinderen opgetrommeld dan anders? Best mogelijk. Wij worden met veel égards ontvangen, de stoelen op een rijtje staan klaar. Vele, vele handjes schudden. Maar hier hebben zij toch een dak boven hun hoofd maar geen speelgoed, geen boeiende spelletjes, geen boeiende boeken, neen, overleven noem ik dat, straks een porridge, en voorts niets dan zitten en wachten, misschien toch eens een liedje leren, de dagen van de week in het Engels eens opsommen, de beteren kunnen de maanden opzeggen. Ik beloof toch een kleine steun, een flauw applaus, zij hadden waarschijnlijk meer verwacht. Callista houdt het overal zo kort mogelijk. Ik weet niet waarom. "Mlendo ndi mame" en honderden ogen zien ons wegrijden. Armoede, geen kansen, geen mogelijkheden, geen vooruitzichten op een beter leven, neen, die rijden daar juist weg.

Naar een orphanage met meer middelen. Ook hier zijn wij verwacht. Dit orphanage ligt dicht bij 'lake Chilwa', het tweede grootste meer van Malawi. Hier is er een playground. Het was juist etenstijd. In plastieken borden (je ziet ze in elke orphanage) krijgen de kleuters, je raadt het al, een witte brij, msima, in het Engels porridge. Ik tel een kleine honderd wezen in een ruimte van 8 bij 8. Mieke fluistert mij in het oor dat het haar aan een kippenkwekerij doet denken. En ja hoor, het gekwetter, te weinig ruimte, allen op de grond zitten, hun borden met de porridge op de grond, de gelijkenis treft mij ook. En toch hebben zij hier meer middelen. Het gebouw is nieuw, stevig met een goed dak. Dat hadden wij tot hier toe nog niet gezien. Na het eten doet een van de begeleiders zijn best om wat leven in de brouwerij te krijgen; Opzeggen van de dagen van de week, een paar zeggen de namen van de maanden in het Engels. Hij slaagt er in zijn kleuters te doen roepen, bewegen, zingen, dansen. Hij en zijn kleuters krijgen van ons een klein applausje. Als beloning mogen zij één speeltje ophalen. Houten blokjes in verschillende vormen , ik zie een boom, misschien een huis. De meesten zijn geïnteresseerd in het speeltje en staan recht om er eentje af te halen. Ik zie wat aandacht voor het houten blokje De directeur roept ons in zijn bureau. Steekt er, wat zenuwachtig heen en weer wiebelend, een speechke af van een kwartier. Ik versta er niet veel van, een combinatie van mijn gebrekkige kennis van het Engels en te veel lawaai. De kleuters zijn nog niet gekalmeerd en als dat toch het geval is begint het hevig te regenen. Ik doe mijn best, kan een paar woorden opvangen. In feite moet ik daar op antwoorden. Ik durf niet goed omdat ik zo weinig van zijn woorden heb begrepen. "Mlendo ndi mame"

Wij naar het einddoel van onze uitstap: Jali, een dorpje waar wij vorig tijdens ons eerste verblijf ook wat sportlessen hebben gegeven in samenwerking met het plaatselijke Jeugdhuis. Wij herkennen de baan nauwelijks, alleen op het einde een sterke daling, een gammele brug en een steile helling. Maar de tocht wordt lang en met hindernissen. Ik had juist een opmerking gemaakt of de regering de wil heeft om geleidelijk de banen te verbeteren. De staat van de weg is onvoorstelbaar. Wij hebben langs paadjes gereden waar je denkt daar kan geen auto door. Op een gegeven moment was de helft van de weg weggespoeld. Hier was precisie werk nodig, ik denk dat de wagen langs weerszijden een 10 cm overhad. Onze vrouwelijke bodybuilder doet het feilloos. Maar plots zien wij in de verte water op de weg. Ik zie een fiets die een man boven zijn hoofd houdt terwijl hij door het water loopt. Onzechauffeur denkt dat kan ik aan. De eerste plas neemt zij niet zonder wat weg te schuiven; Maar de mannen beginnen met hun armen te zwaaien en tonen dat het water heel diep is, tot hun middel. En iemand voegt daden bij gebaren en stapt in het water en ja hoor tot zijn lende in het water. Onze chauffeur is toch wat onder de indruk. Ik zeg daar kunnen wij niet door. Callista aarzelt, ik weet niet hoe ver het is als wij rechtsomkeer maken. Zij beslissen om terug te keren. 'It 's an adventure' zegt Callista en nu achterwaarts door de eerste plas, toch moet wij een vijftal keren proberen eer wij er uit geraken, wij duwen ondertussen een te dichte kijker in een diepe plas. Gelach alom, behalve één. Draaien, Callista herkent drie vrouwen, die rijden mee, in de koffer bij de bodyguard.

Wij rijden dus naar Jali waar Callista geboren is. Zij is daar natuurlijk goed gekend. Zij wil ook dat de meeste hulp naar haar streek gaat, denk ik. Wij bezoeken daar drie plaatsen vooraleer wij terug naar Zomba keren. Eerst het soberste en kleinste orphanage. Ik zou zeggen dat is gisteren opgericht voor de mzungu. Een heel afgelegen plaatsje, nauwelijks bereikbaar met de auto, langs een autokerkhof (van drie wagens) Ook hier waren wij verwacht maar mede misschien door ons oponthoud vonden zij dat zij te lang hadden moeten wachten. Van overal kwamen er kinderen en vrouwen aangelopen en de tijd die wij nodig hadden om uit de wagen te komen was voor hen voldoende om hun sober lokaaltje te vullen met een twintigtal kleuters waaronder toch ook enkele grotere kinderen, ik denk de kinderen van de begeleidsters. Ik beloof voor elke plaats die wij bezoeken eenzelfde kleine gift. Handjes drukken en Mlendo ndi mame naar een plaatselijke kraamafdeling. Hier krijg ik nog kippenvel van als ik eraan denk. Eerst had ik geen al te goed zicht. Ik zie veel vrouwen bij onze aankomst en iedereen wil ons de hand drukken, maar Callista grijpt in: zij stuurt de vrouwen naar het binnenpleintje buiten en ons naar binnen. Wij zitten in het hart van het moederhuis. Gelukkig lag er niemand in de verloskamer. Stel je daar niet te veel van voor. Een lokaaltje van 3,5m op 2,5 met tegen de muur een dunne matras op de grond en daar een plastiek zeil over, waarschijnlijk als matrasbeschermer. Een kom met water op een stam van afgehakte boom, en een paar metalen kisten (40 cm op 40 cm) waar waarschijnlijk een verlostang, naaigerief enz -ik laat het aan jullie verbeelding over- inzit. In twee kleine lokaaltjes zaten een vijftal jonge moeders. Zij waren de laatste dagen bevallen. Toen wij langs achter buitenkwamen, zag ik wel vijftig, zestig vrouwen, allen met een baby op hun arm of aan de borst. Daarna werden er een dertigtal vrouwen binnen gelaten op het binnen pleintje die in verwachting waren, velen ook nog met een baby. Ik zie vrouwen van 40, maar ook van 16, 17. Ik zie een tweeling, frank kijkende vrouwen, bedrukte vrouwen. Zij vormen een groep. Zij zijn verbonden met elkaar. En zeer opvallend, ik was daar de enige volwassen man. Assisteren bij de geboorte door de man is hier nog volop taboe. En dat is niet alleen omdat de man niet geïnteresseerd is, dat weet ik niet. Maar de vrouwen willen het ook niet dat hun echtgenoot bij de bevalling aanwezig is. Callista spreekt hen toe, geeft wat raad, zoals voor de eerste bevalling moet je naar het ziekenhuis in Zomba. Hier kunnen zij terecht voor de latere geboortes. De vroedvrouw houdt goed de boekhouding bij. Zij kan wel niet lezen maar met tekeningen, -een kleine doodkist wijst op een doodgeboren kind, een grote doodkist op de moeder die in het kraambed gestorven is, een zon wijst op de geboorte in de voormiddag, een half maantje op een geboorte in de namiddag enz.- houdt zij alles goed bij. Dat de noden hier groot zijn, is evident. Alleen nog maar op grond van steriel werken heb je een totaal andere structuur nodig. Mlendo ndi mame

Wij rijden naar het centrum van Jali, daar bezoeken wij een waterpomp, de enige voor een groot gebied. Hier komen de mensen van ver water halen. Onze buurtkinderen zijn dan nog goed af met onze waterkraan. In Jali wordt er de ganse dag water opgepompt, er staat soms een meters lange file. Het is drie uur en wij hebben een lange tocht gemaakt en Callista laat ons afzetten aan ons huis. Wij maken nog een paar afspraken voor de nabije toekomst. Mieke en ik voelen dat wij vandaag een belangrijke dag beleefd hebben. Ons doel -duidelijk weten in welke richting wij onze hulp willen besteden bij onze volgende doortocht- lijkt wat dichterbij gekomen. Wij hebben onze laatste hap genomen voor zes uur deze morgen. Hoog tijd ook om iets te eten. Wij hebben honger, in Malawi is dat niet zo vreemd, voor ons eerder een zeldzaamheid. Het etentje in de Ku Chawe Inn is al ver weg.

Tot volgende week

Mieke en Johan

7.2.07

Week 12 Zaterdag 03 -02 - 2007

In een vorig schrijven hebben wij uitgelegd hoe er onze week er voortaan zal uitzien. In grote lijnen klopt het wel, maar in feite wordt het telkenmale veel drukker. Ik overloop even onze laatste week.

Maandag twee bezoeken gehad. Eerst de timmermannen die wij de opdracht hadden gegeven een bed en een tafel te maken. Maar zij maakten zich ongerust over de 'size'. Zij wilden zien of de tafel in ons huis kon en ook of er plaats genoeg was voor het bed. In hun atelier kunnen zij alleen maar kleinere stukken, zoals salontafels, opbergen Maar zij maakten zich vooral ongerust over de lengte van de tafel. Als je een tafel besteld dan wordt de lengte niet uitgedrukt in cm maar in het aantal stoelen. Dus een tafel voor acht stoelen is 1m80 lang en een tafel met tien stoelen is 2m20 lang. Dus een tafel van 2m00, zoals wij die besteld hadden, dat kan eigenlijk niet. Toen Mieke uitlegde dat zij heel veel plaats wil hebben aan tafel voor acht stoelen, en zij voelden dat wij echt een tafel van 2m00 wilden, dan was het toch o.k. Zij brengen nu vrijdag de tafel en bed maar gaan alles hier in mekaar timmeren. Zij hebben woensdag laten weten dat zij de meubels pas volgende week zullen brengen. Wij hebben dan nog een paar kleinere stoeltjes bij besteld. Ik moet zeggen het zijn heel lieve, jonge timmermannen. Wij zijn echt benieuwd naar het resultaat van hun werk. Hopelijk leveren zij goed werk af zodat wij onze volgende bestellingen ook bij hun kunnen doen.

Na de voetbaltraining hadden wij een afspraak met een vrouw die beweerde dat zij volksvertegenwoordigster is, om over de problemen van Malawi te spreken. De forse vrouw, met alles erop en eraan, van midden de veertig in felle kleuren (en dito hoofddoek) moest het laatste stuk van de weg te voet doen want haar chauffeur reed zich vast in ons straatje. In onze sobere woonst en gezeten op een plastieken stoel hebben wij haar een thee en een koekje aangeboden. Gedurende een anderhalf uur hebben wij over de problemen van Malawi gesproken en afgesproken dat wij haar volgende maandag (5 februari, wat een mooie datum, zusje Anne,) zullen vergezellen. Zij heeft ons woensdag de agenda schriftelijk overgemaakt en het beloofd een drukke dag te worden, met een zes of zeven bezoeken – het zal dan toch een politica zijn. Het was wel al donker toen wij afscheid van haar namen en wij hebben geen buitenverlichting. Zij moest dan naar de auto op het sterk afhellend modderig paadje. Zij riep haar chauffeur dat hij de lichten van de wagen moest aanzetten zodat zij zag waar zij haar voeten neerzette. Maar de chauffeur had zijn wagen al gedraaid zodat hij alleen zijn achterlicht kon doen schijnen, wat uiteraard te weinig licht gaf. Even speelde ik met de (onkuise) gedachte dat het een mooi prentje zou opleveren als de dame even zou willen uitschuiven op de helling, maar ik heb heel plichtsbewust een lamp gaan halen en het licht voor haar voeten laten schijnen, en ons madam veilig naar haar auto met chauffeur en medewerkster geleid. Modderschoenen zal zij er wel aan overgehouden hebben want om dat te vermijden moest ik haar op mijn rug nemen. Dat zou ook wel een mooi plaatje geweest zijn maar mijn rug ziet u…

Dinsdag zijn wij een hele dag op stap geweest. In looppas (dinsdag is een van onze drie loopdagen) vertokken wij rond 9u00 voor een kleine zes kilometers (in 33'). Ik droeg het rugzakje met de verse kledij en wat ander gerief erin. Dan een kilometer stappen naar het internetcafé waar wij de droge en propere kleren aantrokken, een lange mail van een broer gelezen, goed nieuws van een paar zussen mee genomen, onze voorbereide berichten verstuurd… Vervolgens naar de postbus en daarna naar de pizzatent: er was een nieuwe Pizzahuis opengegaan begin december van vorig jaar, en wij konden nooit voor de middag thuis zijn zodat nu hetmoment was om daar eens te gaan eten. Het interieur leek op het eerste gezicht in orde. Maar als je (Mieke) goed toekijkt zie je op vele plaatsen verfstrepen waar het niet bedoeld was, stukken uit de muren en plafond en niet hersteld wel overgeverfd. Zij hebben het toch moeilijk om iets goed af te werken, zelfs als het om handwerk gaat. In de plenzende regen naar de PEP-winkel: kopen van een deken, hoofdkussen, tafellaken enz. Naar de markt: wat groenten, bananen, en ananas. Eerst nog een 20' geschuild maar dan toch de gietende regen getrotseerd en zwaar geladen aan de terugtocht begonnen: Mieke had in de ene hand een plastieken tas met 2 ananassen, een tros bananen, drie kroppen sla en komkommer, in de andere hand een paraplu en een plastieken tas met twee keer een halve liter water en een kool, ik met een kartonnen doos (een iets te kleine plastiek erop en goed ingetapet) op mijn hoofd met daarin een deken, een tafellaken, een hoofdkussen, vijf kapstokken, en een vuilblik en borstel en een rugzak met o.m. de loopkleren erin. Dat alles zeven km verder en tweehonderd of meer meter hoger gebracht, en onderweg nog een telefoontje van Koen beantwoord. De kartonnen doos viel bijna uiteen als wij eraan kwamen maar al onze gekochte goederen waren zo goed als droog gebleven. Onze conditie moet uitstekend zijn. Wij waren wel te laat om nog voor onze buurtkindjes te zorgen.

Op woensdag in de voormiddag kwam een beheerder van een weeshuis op bezoek. Wij hadden zijn weeshuis al eens bezocht - en daarover valt ook één en ander te vertellen, maar dat kan later misschien-. Hij kwam met een lijstje, met de grootste noden erop, afgeven. In feite kwam hij steun vragen. Wij beloofden hem een zekere steun. In de namiddag naar de voetbaltraining.

Donderdag hebben wij gedurende een klein uur goed gelopen. Juist na onze aankomst kwam een man die wij ontmoet hadden tijdens een van onze bergwandelingen, ons bezoeken. Hij had ons toen de weg gewezen en ons uitgenodigd voor een kort bezoek in zijn huis. Een heel boeiende ervaring. Alles was piepklein maar ook piekfijn in orde. Hij ging nu ook een heel stevige wandeling maken naar zijn schoonouders. Maar hij zag dat wij fel bezweet waren van onze looptocht en hij is bijna onmiddellijk voortgegaan. Het is al een derde keer dat hij ons komt goede dag zeggen.

In de namiddag kregen wij bezoek van een dame die ons eens meegenomen had met de auto. Toen hadden wij afgesproken dat zij haar dochter zou sturen voor wat uitleg in wiskunde. Zij kwam nu haar dochter voorstellen en een afspraak maken voor haar. Zij zal vanaf zaterdag de groep aanvullen. Een opmerking terzijde: Wat opviel is dat beiden, moeder en dochter, zwaarlijvig waren. Zij zijn van de beteren van het gehucht, hebben waarschijnlijk ook meer eten, rijden met een auto, en hebben huispersoneel maar daardoor bewegen zij minder. Als je die met onze buurtkinderen vergelijkt dan zie je het verschil: onze buurtkinderen zijn heel sterk, heel mooi gebouwd, met een opvallende stevige nek en heel sterk ontwikkelde armspieren. Kinderen van alle leeftijden (vooral de meisjes) zien wij regelmatig met emmers en kruiken (de grootte naar ieders vermogen; vb een meisje van elf met een emmer van 15 liter goed gevuld) op hun hoofd een korte maar heel steile en ongemakkelijke trap opgaan van bij ons naar hun huis. Moeder en dochter integendeel hadden het lastig om diezelfde trap af te komen en dan nog met de handen vrij.. Ik pleeg nogal gemakkelijk te zeggen dat niets eenduidig goed of eenduidig slecht is (= elke medaille heeft een keerzijde). Zo is dat hier ook: een zekere rijkdom kan ook een nadelige kant hebben. Kort daarna waren de kinderen er, en na twee uur vrij intens studeren zijn zij naar huis gegaan met een koekje en een zoet drankje in hun buikje en hopelijk wat meer grijze stof in hun hoofdje. En wij hebben weeral genoten van hun aanwezigheid.

Vrijdag zijn wij twee keer naar de timmerman geweest om een kleine bestelling (' minitafeltjes waarop onze kinderen kunnen schrijven) bij te doen. De eerste keer gaven zij niet thuis. Maar in de namiddag hebben wij voor de training een ommetje gemaakt en toen waren zij wel thuis. Wij zijn benieuwd wat het gaat worden. In de voormiddag hebben twee mannen een beloofde kip gebracht. Het was op het nippertje want om 11u 15 zijn zij pas toegekomen met de nog levende kip. Collins (onze tuinman) moest die dan nog slachten, plukken en kuisen (hij doet dat heel zorgvuldig en neemt de ingewanden, hoofd en poten mee naar huis) en om 12 u 00 lag een geplukt kieken in onze pan.

Het wordt een heel druk weekend. Zaterdag in de voormiddag wordt het onze klassieke wandeling naar het dorp, internetcafé, markt, de shopride, post, beenhouwer enz en in de namiddag verwachten wij minstens vijftien kinderen voor studie en een droogje en een natje. En wij kijken uit naar de zondag want dan gaan wij het Zomba plateau beklimmen. Met als toetje lunchen in de Ku Chawe Inn, de 'Comme Chez Soi' van Malawi. Wij zijn beide deze week verjaard en dus mag het ietsje meer zijn. Maar wellicht zullen wij toch meer calorieën verbranden dan opnemen, omdat de tocht heen en terug meer dan 20 km is met een hoogteverschil van ik schat een 700 meter. Maar daar berichten wij later nog wel over.

Dus tot volgende week

Mieke en Johan (verslaggever)