johan en mieke in malawi

26.10.07

Dagboek week 35: van maandag 15 oktober tot zondag 21 oktober 2007

Vooreerst een gelukkige verjaardag wensen aan Filip en Frederic, twee zondagskinderen die verjaren op 21 oktober.

Alleen maar goed nieuws, het blijft duren.

Op maandag 15 oktober (de geboortedatum van Mieke’s eerste kind, 29 jaar geleden) is men begonnen met de bouw van een nieuw ‘nursery centre’ in Sitima. Het moest allemaal wat snel gaan omdat het regenseizoen voor de deur staat. Het oude gebouw lekte en als het regent (en het kan hier hevig regenen) zijn de kinderen niet meer beschut tegen de regen. De week ervoor, op woensdag zijn wij naar Sitima gereden met Grace (zie week 34). Ik heb Grace , onze bedrijvigste Malawese kracht, in dat artikel wat te hard aangepakt. Iets te veel Koen Meulenaere gelezen, denk ik.

Wij moesten zelf vlug een schets maken van hoe wij het gebouw zagen. Je kijkt wat vreemd op als men met zo een vraag komt. Maar goed. Zoals afgesproken zouden wij op dinsdag 16 oktober Sitima opnieuw gaan bezoeken maar dit maal op eigen kracht dat wil zeggen ‘te voet’. Dat is een vrij zware tocht, eerst naar het dal en dan 13 km vlak naar Sitima maar de vorige keer stond er een priemende zon hoog, heel hoog aan de hemel. De zon staat op noen loodrecht op ons. Wij toveren geen schaduw meer op de grond. Vijf liter water, wat snoepjes, drie appels, een paraplu dat alles in de rugzak en dit voor een voettocht van zes uur de rustperiodes inbegrepen, met tussenin een bezoek van een goed uurtje aan ons project. Wij op stap en ja hoor… sinds wij terug zijn in Malawi op 8 augustus hadden wij nog geen druppel regen gezien maar nu viel er een lichte regen. Het zou onze heentocht makkelijker maken, al stopte de regen halverwege onze route. Iets later vertrokken dan gepland maar na goed 2u30 ter plekke (wij hebben een kortere weg gevonden)

De eerste rijen stenen waren al gelegd. Wij zagen duidelijk de contouren van het door ons getekende plan. Nooit gedacht dat zoiets nog zou gebeuren. De bouwheer, de ‘chief’ en enkele sterk gespierde metsers stonden op het werf. Prachtig beeld.

Vorige week kon je lezen dat het optrekken van de muren ons geen frank, geen Kwatcha zou kosten maar nu vroegen zij 8 € om een plastiek zeil te kopen om het grondwater tegen te houden. Graag betaald, natuurlijk.

De peuters waren juist begonnen met eten. Zij zitten in het oud gebouw nog. Eerst dacht men dat gebouw af te breken om op die plaats het nieuwe te zetten. Maar wij hebben hen gezegd, gevraagd, dat zij dat huis beter laten staan en mits het dak wat te herstellen wij er een kippenkwekerij willen van maken. En de kinderen hebben in afwachting van het nieuwe huis nu toch ook nog een plaats waar zij kunnen schuilen. Hun eten zag er smakelijk uit en wij hebben even geproefd: nsima met bonen in een sausje. Ik had zin in een kleine portie maar wou het niet vragen.

De leraar had een extra spelletje bedacht met de hulp van ‘onze’ (van een zus) wasco en een schriftje dat wij de vorige keer achtergelaten hadden. Als dank delen wij nog een snoepje uit en zetten ons terug op stap. Iets minder moe dan bij onze vorige tocht (het was ook een kleine drie km korter) komen wij aan in de blakende zon. Maar blijkbaar had het op het plateau heel hevig geregend.

Twee dagen later hebben wij met Grace de hele bouw nog eens doorgenomen: het dak, de betonnen vloer (nu is het een aarde vloer), de muren beplakken, ramen met glas (of gewoon een betonnen bescherming met tekening als verluchting in) en deuren inzetten, een huifel met betonnen grond. Dit zal wel wat kosten al is de eindrekening minder zal zijn dan wij gedacht hadden. En de kinderen zullen toch wat beter en vooral hygiënischer zitten.

Als opschrift op het huis komt: ‘ You have to love your country’. Wij hopen dat uit deze groep kinderen enkelen universitaire studies zullen afmaken. Deze bekwame mannen of vrouwen hebben dan de neiging om het land te verlaten om hun geluk in UK of USA te gaan beproeven, en meestal met succes maar voor hun land is dat nefast, daarom…

Tot volgende week met meer nieuws over Sitima waarschijnlijk gaan wij op dinsdag 23 oktober nog eens te voet naar Sitima maar daar berichten wij jullie (je?) later over.

Veel liefs uit Zomba

Mieke en Johan

20.10.07

Dagboek week 34: van maandag 8 oktober tot zondag 14 oktober 2007

Het goede nieuws blijft maar komen.
Met vooral: Van nergens met stip naar één: op maandag 15 oktober (gelukkige verjaardag Werner) beginnen de mannen van Sitima aan de bouw van een nieuw Nusery centre (Nazareth School) in Sitima.

Woensdag 10 oktober met Grace naar Sitima (Grace is ons actiefste lid en een onmisbare hulp op dit moment wegens)
- het bezit van een auto,
- haar Engels /Chichewa kennis
- haar vrije tijd die zij dan wil gebruiken voor YOCE

Met Grace naar Sitima is wat te weinig gezegd. Voor ze wist dat wij zouden meegaan met haar had zij ons al gezegd dat zij naar Thondwe wenste te gaan voor de inkopen van voedsel voor Sitima ( de plaats waar wij een project gestart zijn). ‘Naar Thondwe?’ vroegen wij ons wat wantrouwig af. Dat ligt twintig km van Zomba maar in de andere richting dan Sitima. En ja hoor, het was niet voor Sitima maar voor haar zelf dat zij in Thondwe moest zijn. Het voedsel voor Sitima kon zij evengoed dicht bij Sitima kopen. Dus een ommetje van 40,45 km op kosten van YOCE die niet echt nodig zijn. Maar wat doe je in zo een geval? Eer wij wisten dat Thondwe echt niet nodig was waren wij al in Sitima. Ik betaal de benzine, zij vraagt of wij haar geen extra geven omdat zij een hele dag in de weer zal zijn voor YOCE. Bij een vorige gelegenheid om naar Sitima te rijden hadden wij een ander lid 2000 MK gegeven voor de rit. Maar nu was er eerst Thondwe en dan Sitima, zij heeft geen aangepaste wagen voor die wegen en zeker niet als de wagen zwaar geladen is zoals nu. Dus snel even met Mieke overlegd, haar belangrijkheid laten primeren en wij besluiten haar in totaal 3000 MK te geven voor de rit en haar tijd. Zij lijkt tevreden.
Wij zeggen voorlopig niets dat wij wel degelijk beseffen dat kopen op de markt van Thondwe meer haar dan YOCE ten goede kwam. Maar je leert hieruit. Wij dachten Grace aan te spreken om het geld voor YOCE, gedurende onze afwezigheid tijdens de maand november, door haar te laten beheren maar wij zoeken nu een andere oplossing. Wij denken dat wij beter een Nederlands koppel in vertrouwen nemen. En Grace moet daar maar geld gaan vragen.
Ter zake nu: zo een markt bezoeken is wel speciaal voor een blanke. Ik heb daar geen enkele andere blanke gezien. Dus wij hebben veel bekijks. Honderd of meer kleine standjes, enkele grotere standen, orde in de wanorde, heet, stofferig, geloop, een auto (?) van 30 jaar oud, veel vrouwen met en zonder een kleine op de rug, een weegstation met een weegschaal van het type met een veer waar je de zak moet aanhangen. Grace doet aankopen, dingt te weinig af. Ik vraag mij af of zij voor haar ook zo weinig afdingt. Ik zie haar geen waar kopen voor haarzelf, mede omdat ik het lange rechtstaan niet goed verdraag, en ergens op een afgesproken plaats op een klein muurtje ga zitten. Maar blijkbaar is een witte man alleen een onmogelijkheid ook al nadert hij met rasse schreden de 60. Eerst komt er een vrouw haar waar aanbieden (neen, echte bonen) ik probeer te zeggen in Chichewa dat mijn vrouw ‘the boss’ is, maar een weinige tijd later zitten er al een achttal vrouwen rond mij. Ik besef dat niet op dat ogenblik. Gelukkig wil Mieke ook op het muurtje zitten en komt zij naast mij zitten. Maar als Mieke wil opstaan en mij meetrekt en doet alsof (?) zij de baas is dan is de hilariteit algemeen. Roepen, maken een typisch geluid met de tong, lachen. De ganse markt went zijn blikken naar ons, ik vind het wel grappig maar wist toch niet goed wat ik moest doen. Ik besloot maar Mieke een arm te geven en rustig met haar naar de auto te stappen. Het gejoel steeg naar een climax. Een volgeladen auto met onder meer een 62 kg bonen, maar aan mijn voeten lag er een hele hoop vlees: Ik vroeg: “ Voor Sitima”? “Neen voor mezelf”. Dus Naar Sitima, maar eerst haar waar afzetten bij haar thuis. In Sitima waren wij verwacht maar het onthaal is al wat minder plechtig. Wij moeten op een mat zitten, dit keer geen stoel. Tot onze verbazing was er een soort bouwheer. Er werden plannen gemaakt om te starten met de bouw van een nieuw ‘nursery’. Ik vind dat allemaal rap, zeker als zij mij komen vragen wat wij wensen. Na een aarzeling zet ik toch een schets op papier. Wat afmetingen erbij, enkele vensters en deuren, en zie het plan van de ‘architect’ was getekend. 6 op 12 met een tussenmuur op vijf meter zodat er binnen twee ruimtes van 6 op 7 en 6 op 5 ontstaan. Aan elk lokaal zet ik nog een klein opbergruimte van 2 op 4. Je zult het niet geloven maar zij vragen geen extra geld voor de nieuwbouw. De stenen hadden zij al zelf gemaakt. Wij hadden graag cement maar daar maken zij geen punt van. Zij hebben iets (mud = modder met wat cement) dat cement vervangt. Dus de bouw kan beginnen zonder een cent van ons. Zij zouden nu maandag 15 oktober starten met de bouw.
Wij hadden een paar afspraken staan op maandag, en besluiten pas dinsdag te komen kijken. In ieder geval, ik versta nu al beter waarom er veel huizen hier niet afgewerkt geraken. Muren optrekken kost niets en voor het dak is er dan geld nodig en dat is er dikwijls niet voorhanden. Een nieuwbouw zetten is dan ook niet te vergelijken met een nieuwbouw zetten in België, pardon Vlaanderen.
Dus volgende week zullen wij daar meer over vertellen.
Gegroet en tot volgende week
Mieke en Johan

15.10.07

Dagboek week 33: van maandag 1 oktober tot zondag 7 oktober 2007

Maandag naar Sitima: toen wij bij ons vorig bezoek aan Sitima het ‘openbaar vervoer’ maar niets vonden, en wij hebben dan nog een voorkeursbehandeling gehad omdat wij in de cabine zaten van deze nog net herkenbare ‘one cabine pick up’ besloten we nu de hele tocht te voet te doen.

De route bestaat uit vijf delen:

- eerst steil naar beneden (1,5 km)
- langs de grote baan (1 km)
- een minder drukke maar ook asfaltbaan naar het vliegveld (3 km)
- de zandbaan naar het meer: stofferig, breed, veel putten (6 km)
- en tenslotte aan de Govar markt een smal stofferig baantje (3km)

De kilometers zijn geschat. Wij stappen goed door en bereiken nog vlot onze eindbestemming na een kleine drie uur. Om zeven uur vertrokken, het is nog niet te warm. Wij waren niet verwacht en toch werden onze kinderen van de ‘nusery’ in Sitima goed verzorgd. Bij de nsima werden er kleine visjes in olie geserveerd. Dat is een goed teken. Iets over die Nsima: het is een graanproduct (maïs). Zij maken er eerst meel van. Bij het meel voegen zij water, brengen die aan de kook tot men een dikke witte klomp bekomt. Het is vast en het wordt, ook op restaurant, met de handen gegeten. Meestal eet men er een sausje bij. Zij doppen hun nsima in de saus.

Als je nsima hebt besteld, komt men, in de betere restaurants, eerst met de waterkruik en bassin om je de kans te geven je handen te wassen. En ook na de maaltijd krijg je de kans om je handen te wassen. In de gewone restaurants staat er meestal een ton met een waterkraan waar je zelf je handen kunt wassen.

In onze enquête was er de vraag hoeveel maal per week eet je nsima? De meeste families antwoordden 14 maal. Om maar te zeggen dat dit meer is dan een hoofdbestanddeel van hun voeding.

Terug naar onze kleuters: normaal zijn er twee vrijwilligers die de peuters opvangen maar de vrouw was ziek. Dus moest onze ‘getuige van Jehovah’ het alleen doen. Maar de 33 peuters waren rustig. Bij het eten zaten zij per drie aan ‘tafel’ (lees op de grond) en zij hadden per drie twee bordjes: een met nsima en een met visjes. En dat ging goed. Iedereen was rustig, ieder om beurt graaide eens in de nsima en daarna in de visjes en er was nergens onenigheid. De leerkracht en de kokkin, een oudere heel zorgzame vrouw, aten mee, zie bijlage foto, van matige kwaliteit, maar het geeft een juist beeld.

Ook wij kregen de kans om mee te eten maar wij weigerden beleefd (‘wij eten pas om 12 uur). Na het eten deed onze kleuterleider nog enkele klassieke spelletjes en ook een paar bewegingsspelletjes. Wij bedankten met een koekje voor elk en ondernamen de terugtocht, dit maal in de hete zon. Wij hadden het voorzien en hadden 4,5 liter water mee.

Het was toch zwaar. Ik voelde dat de vermoeidheid heel langzaam in mijn lijf sloop. Mieke leek mij fitter. Wij hadden wat meer gerust dan tijdens de heen tocht. Na 3u 30 waren wij terug. Moe en gelukkig, zoals dat heet. Moe van de 30 km en gelukkig omdat wij thuis geraakt waren.

Het goede nieuws blijft maar komen:

- Mieke wordt vertegenwoordigster van ‘Vlamingen in de Wereld’ (VIW) voor Malawi. Het is de bedoeling dat zij de Vlamingen die in Malawi wonen , in kaart brengt, opzoekt, en eventueel eens met elkaar in contact brengt. Ook als er iets moet onderzocht worden dan zullen zij Mieke vragen of zij wil meewerken. Zij hebben al laten verstaan dat zij een interview willen voor hun tijdschrift. Zij weten blijkbaar niet dat Mieke allergisch is voor interviews. Maar ik denk dat het hen wel zal lukken om een interview te bekomen.

- Verloren gewaande Knacks wordt teruggevonden: de vorige keer was de verpakking van onze Knack losgescheurd maar de drie of vier delen waren er bij. Maar nu lag enkel de Knack in onze postbus en niet de bijlagen. We zijn wel al blij met de Knack, maar Mieke en ik gingen toch even polsen of de andere delen niet ergens lagen.Bij de baas: mooi dat gesprek en de afloop. Wij gaan ervan uit dat hij weet waar die delen zijn. Draaien wat rond de pot, smeren wat boter aan zijn … en vragen dat hij eens een grondig onderzoek zou willen instellen. We zeggen dat wij zonder bijna niet kunnen functioneren (wij kunnen toch nog goed komedie spelen).

Als hij ons kan verzekeren dat het niet hier is maar in Blantyre of in Lilongwe dat het kwaad geschied is dan weten wij dat wij naar Blantyre moeten … Maar daarvoor had hij een zinnetje laten vallen dat hem verraadde: ‘ Ja, wij weten niet als er losse stukken zijn van wie die zijn’. Ja, dat verstaan wij. (wij kunnen toch nog goed komedie spelen). Toen hij even ging kijken of er is iets lag, kwam hij binnen, mooi gespeeld of beter mooi geprobeerd: ‘Dat is alles wat er ligt. En wat zag ons lodderig oog? Jawel, Weekend Knack Focus en nog enkele kleinere boekjes. Mooi geregeld. Een paar grapjes, hem bevestigd in zijn groot leiderschap en al lachend en met de volledige Knack naar buiten. Een knipoogje naar elkaar en vro en vrij naar huis.

Wat is er leuker om in de schaduw van 30° te recupereren in een ligzetel met de Knack. Veel gelezen en genoten.

Tot volgende week met meer goed nieuws

3.10.07

Dagboek week 32: van maandag 24 september tot zondag 30 september 2007

Moeilijkheden met Immigration (deel 5)

De vragenlijst

En veel goed nieuws deze week


Immigration

Immigration laat ons niet los. Wij dachten met de hulp van de minister Callista Chimombo dat de problemen nu van de baan zouden zijn maar dat was een vergissing.

Niet dat Callista haar best niet heeft gedaan maar haar medewerker heeft een vergissing gemaakt. Callista had een brief met een aanbeveling van de hoogste ambtenaar van ministerie van Binnenlandse Zaken en onze paspoorten laten brengen. Zij had een afspraak gemaakt met de hoogste vertegenwoordiger in Blantyre, mister Thodi.

De dag voor onze afspraak kwam een ambtenaar van Callista ministerie, Shaman, met onze paspoorten maar hij had een andere opdracht. Wij moesten naar Blantyre maar moesten niet naar Thodi (“die naam zegt mij niets”) vragen maar naar de man die de aanbevelingsbrief geschreven had.

Als wij op Immigration aankwamen dan zei men ons dat die ambtenaar in Lilongwe zat. Wij bellen onmiddellijk naar Shaman. Hij zegt dat hij het zal nakijken. Ja, dat is zo, die hoge functionaris zat in Lilongwe. Wij opperen de naam nog eens van ‘thodi’. Hij ging dat checken en ons terugbellen. En ja, wij moesten waarschijnlijk toch bij de heer Thodi zijn. Ondertussen was het al 10u15 en onze afspraak met de heer Thodi was om 10u00 gezet. Ha, mister Thodi is not here. He is around and for the hole day.

Wij laten af. Wij zouden dan de tweede man van Immigration spreken. Wachten. Maar wij hadden onze brief niet getoond van Lilongwe. Dus opnieuw proberen Mr. Thodi te zien. Onze brief opende toch wat deuren. Deze namiddag zou Thodi hier zijn. Ik moet zeggen Mr. Thodi want een mooier ‘office’ had ik in Malawi nog niet gezien: meerdere leren zetels, een groot bureau, de muren netjes geverfd, kortom hier zat een grote piet.

Maar ik denk dat hij op zijn p nee, op zijn teen getrapt is. Is het omdat wij ’s morgens te laat waren op onze afspraak? Is het omdat wij iemand van Lilongwe erbij gehaald hadden?

Hij kon ons maar een maand verlenging geven. En als wij terug in Malawi kwamen dan zou hij onze aanvraag onderzoeken om voor een langere termijn een vergunning te geven. Hij liet verstaan dat, als wij de erkenning van onze ngo niet konden voorleggen, wij dan niet moesten hopen op een vergunnen voor een langere termijn. Wat hoopgevend was: hij gaf, op het einde, ons zijn visitekaartje en voegde daar aan voegde dat wij hem altijd mochten opbellen als wij hem nodig hadden.

Eximus(?)… Wij zijn er nu zeker van dat wij het land, eind deze maand, kunnen verlaten en dat wij, bij het binnen komen, normaal minstens een maand zullen bij krijgen. Zo hebben wij drie maand voor de erkenning van onze NGO om zo een langere verblijfsvergunning te kunnen krijgen. Krap maar mogelijk.

Misschien is de oplossing onmiddellijk naar Lilongwe te rijden voor onze verlenging. Maar Lilongwe ligt op zijn minst op vier uur rijden met de auto die wij moeten huren. Wij zien wel. ‘Kom maar eens terug’ was er dus weer bij.

De enquête

De enquête was af. De leden vroegen ons of wij een resumé konden maken van de antwoorden. Ik voeg onze bevindingen hierbij. Het is in het Engels maar mijn Engels is van de primitieve soort.

De enquêteurs hebben 55 gezinnen geïnterviewd.


COMMENT UPON THE QUESTIONARY

HOUSEHOLD

General Remarks:

Neither the questionnaire nor the interrogators were professional.

So, some questions were not always very clear and the answers neither.

Generally, the answers give us a good idea of the structure of the five villages.


I. DEMOGRAPHY

1. There is a great difference between boys older than 16 (53) and girls older than 16 (30) and this in 55 families.

Due to (?): AIDS,

All the risk concerning the maternity,

The fact that women must do a lot of things (see VI relationship).

Others?

This difference disappears when men and women are older than 45 (25 women for 20 men).

So a lot of men (more than 1 in 3) of this age have no woman.

2. (Half)Orphans: There are a relative few orphans by the infants(2), by the children from 3 to 6 years there is a certain increase (8), but there are a lot of (half)orphans in the category of children between 7 till 14 (34).


II. EDUCATION

The most importing fact is that just a few pupils and students achieved the primaries and, of course, the secondary school.


III. CARE

1. All the villages are asking for an ambulance and for more medicine in the hospitals.

2. There is a lack of meat, fish, beans, milk (or cheese) and even eggs in the daily food.


IV ECONOMIC ACTIVITIES

Agriculture is dominated by the culture of maize or rice.

Chicken farming is well developed.

There are a few men (15) and especially women (3) with a paid job.

Too less information about salaries for making a conclusion


V LEISURE

1. Sport: football for the boys and netball for the girls. And apparently a lack of sport fields.

2. Music: in three villages there are some activities.

3. Art: four activities for five villages.

4. Religion: Only Christian people.


VI RELATIONSHIP

1. Family: Only in the category ‘earning money’ men are in the majority but in all the other categories women beat the men: for fetching water with 54 against 2.

2. Villages: about 1 in 2 comes to the activities for the community.


Tot zover ons commentaar. Ik maak mij echt zorgen, als de cijfers juist zijn, dat er zo weinig vrouwen zijn ouder dan 16 en jonger dan 45. Er zijn maar 30 vrouwen in die leeftijdscategorie tegen 53 mannen en dat in 55 families. Als je daarbij weet dat er in sommige families meer dan één vrouw van die leeftijdscategorie aanwezig is dan is meer dan de helft van de gezinnen zonder een actieve jonge moeder. En naar de redenen hiervoor hebben wij voorlopig het raden.

Het goede nieuws

° Internet, te gebruiken met ‘units’, in ons huis

° Onze enquête is beëindigd en de conclusies zijn opgesteld

° De constitution is klaar en kan opgestuurd worden voor ratificatie. Wij hebben de Vlaamse statuten van onze vzw erbij gevoegd en zelf een vertaling gemaakt in het Engels. Het schijnt dat dit een internationaal karakter geeft aan onze NGO en dat een erkenning dan heel wat eenvoudiger is.

° De eerste stappen voor de aankoop van een auto in december zijn gezet.

° Eerste stappen voor een ander internet, waar een maandabonnement kan genomen worden, zijn gezet.

° Wij hebben toch weer een maand verblijfsvergunning gekregen.

° JOCEvim heeft een eigen rekeningsnummer: 733-0450954-31 van YOCEvim KBC Kessel-Lo. Voor de milde schenkers kunnen wij nog geen bewijs afleveren dat u eventuele giften kunt aftrekken van de uw belastingsaangifte.

° Wij hebben een mooi logo voor YOCE

° Prachtig weer

En dus een warme knuffel van Mieke en Johan