johan en mieke in malawi

23.1.08

Dagboek week 42: van zaterdag 12 januari tot vrijdag 18 januari 2008

Teksten tussen ** kunnen voor de haastige lezer overgeslagen worden.

Gordon

De trouwe lezer zal zich misschien nog de loper, Gordon, herinneren. Hij komt nog steeds regelmatig op bezoek.

**Kort even zijn voorgeschiedenis vertellen: hij (31, ongehuwd en werkloos) heeft een soort jeugdclub gesticht. Toen hij ons ontmoette heeft hij de doelstellingen van zijn club telkens aangepast aan wat wij hem vertelden wat wij zinnens waren te doen. De motieven daarvoor zijn moeilijk te achterhalen; is het gewoon opportunisme om ons zo vrijgevig te stemmen of is het uit ontzag voor de visie van de ‘blanke’?
Hij tast ons af hoe hij of zijn vereniging geld van ons kan krijgen. Tot hier toe heeft hij daarmee succes geboekt als het om kleine duidelijke projecten ging zoals: aankoop van ballen voor de sportafdeling, of voor het maken van een ‘single’. Maar op een dag kwam hij langs toen één van de leden van onze organisatie er ook was. Wij legden haar uit dat Gordon steun zocht voor zijn project. Ons lid gaf het volle pond: “Je moet eerst een goed actie plan opstellen, met de nodige budgetten erbij, en dan kom je naar een vergadering en zullen wij zien of wij je kunnen steunen“.

Een maand later komt Gordon ons opzoeken. Wat hem, of zijn organisatie bezield hadden weet ik niet maar hij had een plan, goed uitgewerkt en een nog beter kostenplaatje: 25.000 $. Waarom in dollars? Wij hadden onmiddellijk door dat hij van ons die enorme financiële injectie verwachtte. Maar wij gebaarden van kromme haas. Wat pijnlijk was dat hij vooral zijn loon (als PDG) ‘astronomisch’ hoog had ingeschat. En zijn programma begon ook met de weddes van de voorzitter en de leden van het bestuur. Wij zegden hem dat het niet realistisch en niet fair ten overstaan van de ’vulnerable children’ was. Nog een maand later, vandaag dus, was hij er met een aangepast plan. De grote verandering was dat zijn loon gedecimeerd was. Hun totale kostplaatje was nu nog 19.900 $. Maar weer begon hij met zijn loon. Toen wij hem vroegen hoeveel geld zij in hun kassa hadden, moest hij even lachen waardoor wij wisten dat hij de vraag verstaan had. Uiteindelijk kwam het er uit: “Hoeveel kun je ons als wedde geven?”. Wij antwoordden bijna gelijktijdig droog en overtuigend: “Niets. Eerst iets doen en dan laat je zien wat je noden zijn en dan willen wij steunen. Wij hebben zelf veel geld nodig om ons project in Sitima uit te bouwen. “

Wij nodigden hem uit om met ons twee schrijnende projecten te bezoeken met, volgens onze eerste bevindingen, zeer moedige mensen aan het roer. Hij ging akkoord om ons te vergezellen. Wat woorden niet konden, deden deze twee projecten wel: nl zijn ogen openen. Een weeshuis onder een boom, omdat er geen lokalen zijn en een CBO (Community Based Organisation, gesteund door de overheid) waar les wordt gegeven in een heel armoedige wijk. Het eerste project is slecht geleid maar dat maakt de noden er niet minder om. Corrupte leiders, verwaarloosde kinderen, geen eten, maar daardoor staan de kinderen nog meer in de kou. Er komen ook weinig kinderen naar het weeshuis. Wij geven toch weer een kleine steun. Het tweede project is veel beter geleid en daar zijn er dan wel veel kinderen. Maar hun lokalen zijn echt schrijnend. In België worden dergelijk lokalen afgekeurd als je daar dieren wilt in onder brengen, hier zit het volgepropt met kinderen. Hier geven wij meer steun. Het was wel een speciale dag die wij uitgekozen hadden. De maandelijkse vergadering van de CBO vond er plaats. Het beste gebouw werd voorbehouden voor de leden van de CBO. De kinderen moesten wijken waardoor het plaatsgebrek nog groter gemaakt werd. Wel leuk was het thema van de vergadering: brood leren bakken. Zij hadden een oven gemetst en nu moesten de leden brood leren bakken omdat ook hier, zoals in Sitima, iedere maand andere leden moesten koken. Dat idee van een oven metsen nemen wij mee voor Sitima. Gordon had genoeg gezien. Nu gaat hij ons meenemen om enkele weeshuizen in de dorpen van zijn regio te bezoeken. Wij verwachten dat het een en al ellende zal zijn. Maar dat is voor volgende week. Wij zegden hem nog dat hij meer dan genoeg kwaliteiten had om zelf een job te zoeken en dat hij dan niet meer afhankelijk zou zijn van de wedde (die hij nooit zal krijgen) als voorzitter van zijn organisatie maar dat hij dan een echte vrijwilliger zou zijn. Hij was blij met deze woorden en hij nam met een vriendelijk lach afscheid van ons.**

Tot volgende week
Mieke en Johan

20.1.08

Dagboek week 41: van zaterdag 5 januari tot vrijdag 11 januari 2008

Teksten tussen ** kunnen voor de haastige lezer overgeslagen worden.
11 januari is dat niet het feest van de H. Familie. Aan allen die hierin geloven, zoals ik, een heel gelukkige feestdag.

Uitwerken van de plannen

**Wij zijn volop bezig met het afwerken van ons schooltje. De volgende stap is het bouwen van de keuken. Wij hadden een ziekenhuis bezocht waar er een degelijke keuken bijstond. Een keuken nabij een ziekenhuis dient om de nabestaanden van de zieken de gelegenheid te geven om eten te maken voor hun zieken. Anders krijgen zij geen eten. Wij willen zo een keuken bouwen voor onze kinderen naast de school. Wij hebben een extra bezoek gebracht aan dat ziekenhuis vergezeld van de bouwheer. Toen wij aan het opmeten waren, begon plots een jonge moeder, met een baby in de armen, luid te wenen. Het gejammer sneed door merg en been. Ik kon niet meer meten, niet meer nadenken, mijn aandacht ging naar vrouw en kind. Het beterde niet toen men ons kwam zeggen dat de baby het bewustzijn dreigde te verliezen. Leven en dood,vind ik, zijn heilige begrippen. Gaat hier een kind sterven en wij kunnen niets doen? Maar nadat het kind wat meer lucht kreeg, kwam het terug bij. Ik weet niet hoe het afgelopen is. Wij hebben de jonge moeder wat geld gegeven zodat zij de transport naar het ziekenhuis in Zomba kon betalen. Wij bereiden de bouw nu beter voor. Omdat wij weten dat de beleidsmensen in Sitima plots kunnen zeggen: morgen beginnen wij aan de bouw van de keuken en hoe wil je die keuken? Wij zijn zinnens een maquette te maken. Dan zien wij de verhoudingen beter. De keuken zal uitgerust met een schouw met drie vuren in aparte stenen ovens. Vanaf de schouw loopt er dan een groot schuin dak waaronder de veranda komt waar er gegeten kan worden maar ook dienst zal doen als grote open vergaderplaats. De veranda zal vrij groot zijn een 12 m op 7,5m. Naast de drie vuren komt er een opslagruimte een deel voor de pannen, potten, (plastieken) servies en bestek, en daar achter komt er een opslagplaats voor het eten.

De afwerking van het schooltje zal ook nog wat werk vragen. Rond het huis komt er een betonnen afvoer voor het water. De vloer wordt in rode beton gelegd en de muren ook met cement afgezet. Later willen wij dat witten. In de literatuur die wij raadplegen omtrent het inrichten van kleuterklasjes wordt veel nadruk gelegd op een kleurrijke omgeving. Dan wordt het uitrusten van die klasjes met het nodige speelgoed een grote zorg. Hier is verantwoord speelgoed moeilijk te vinden. En het naar hier brengen vanuit België is ook geen sinecure. Bezoekers proberen wij te overladen met dergelijk speelgoed.**

HELP!!!

Ik zet het voorgaande tussen haakjes omdat wij vandaag gezien hebben dat ons schoolgebouwtje (ja met een -tje) al te klein blijkt te zijn, nog voor het in gebruik genomen is. De ‘builder’ legde de laatste hand aan de rode betonnen vloer en de kleuters zaten met zijn allen in het oude gebouw. Ik kon mijn ogen niet geloven. Meer dan 90 kleuters zaten daar met grote ogen verwachtend te kijken. Het optrekken van ons eenvoudig gebouw, en ik heb al gezegd dat het een tempel is ten overstaand van de omliggende woningen, heeft zeker een aantrekkingskracht op de bevolking. Is negentig dan een eindpunt? Het gemiddelde vorig jaar lag rond de 35. Wij willen even afwachten. De ouders moeten 100 MK (= 0,5 €) per maand betalen als schoolgeld. Vorig jaar hebben zij na enkele waarschuwingen meer dan twintig kleuters moeten naar huis sturen. Volgende week beginnen zij met het ophalen van het geld. Maar 90 kleuters, hoe kunnen wij daar iets zinnigs mee doen? De twee kleuterleiders en de twee kleuterleidsters zijn onervaren mensen met één man die middelbare school heeft afgewerkt maar hij heeft geen enkele pedagogische ervaring. En de mentaliteit van sommige is zo één van: ik ben vrijwilliger, als er iets is dat ik belangrijker vind dan ga ik niet voor de kleuterklas staan. Relatie kind/volwassen is niet zoals bij ons. Tot twee jaar laat de moeder het kind niet los. Maar eens daarna is het zoals een kip op een zeker moment haar keukens van zich weg pikt. Kinderen zorgen meer voor elkaar dan. En je voelt die houding ook bij de kleuterleid(st)ers. Maar wij zijn gestart en wij zullen pogen er het beste van te maken. Wij zullen in het begin drie maal per week Sitima bezoeken en het pedagogisch personeel zoveel mogelijk bijstaan.
Het beloven spannende maanden te worden.

Tot volgende week

Dagboek week 40: van zaterdag 29 december 2007 tot vrijdag 4 januari 2008

Teksten tussen ** kunnen voor de haastige lezer overgeslagen worden.

Ik weet niet wat ons overkomt maar het valt hier allemaal mee.
Ons project loopt ongelooflijk goed. Iets meer dan een jaar geleden komen wij hier aan, weten niet goed hoe beginnen, toch zetten wij enkele schuchtere stappen, en sindsdien bereidt de ene stap de andere voor. Wij moeten wel dikwijls een beslissing nemen maar sinds onze eerste stap wordt ons duidelijk gemaakt welke weg, welke beslissing wij moeten nemen. Sinds die eerste stap volgen wij meer dan dat wij richting geven. Wij hebben op een gegeven moment moeten beslissen om vlugger te gaan dan wij dachten dat goed was. Maar tot op heden kunnen wij niet zeggen dat dit een verkeerde beslissing was. Het gaat goed, wij hebben het gevoel dat wij op het juiste spoor zitten. Wij zitten in een stroom waar geen terugweg meer mogelijk is. Maar als je op de juiste koers zit, is het comfortabel varen. Is dat ‘de hand Gods’ die ons leidt. Want waarlijk wij konden meestal onze beslissingen niet echt funderen, het was tasten in de duisternis. Toeval, toewijding, geluk, werkkracht, onze goede bedoeling, het door sommigen verguisde ‘wij doen ons best en wij zien wel‘, een goede engelbewaarder. Kies maar uit, ik weet het niet. Kunde, weet ik wel zeker, is het niet. Wij hebben geen enkele ervaring, geen opleiding ter zake, om achter ons bureau te gaan zitten en een plan uit te tekenen. Maar gedurende onze tocht zijn onze inzichten bijgestuurd, klemtonen verlegd, doelen veranderd maar wij hadden tot nog toe het geluk dat wij dit konden zonder dat er tijd of geld verloren moest gaan. Wat mij het meest verbaast, is dat ik het gevoel heb dat onze timing bijna perfect is. Alles valt op het juiste moment. Wij hebben voldoende tijd genomen om vertrouwen te winnen. Wij zijn sneller dan voorzien beginnen bouwen. En het lijkt nu de goede beslissing geweest te zijn. En nieuwe ambitieuze plannen worden gesmeed.

**Onze bouwheer doet het meer dan voortreffelijk. Eén klein minpuntje: zij hadden ons gevraagd welk gebouw wij wensten. Het is niet omdat je ooit schoonzoon bent geweest van een architect dat je die stiel onder de knoet hebt. Nee, ik heb toen een schets op papier gezet: een gebouw van 16 m achteraan en vooraan 12 m met 6 m diepte. Ik had, vanuit esthetisch oogpunt, op zijn minst 8 m diepte moeten nemen. Dan hadden wij een esthetischer gebouw gehad. Dat weten wij dan weer voor de toekomst, maar het gebouw is mooi afgewerkt. Het is een tempel als je het vergelijk met huizen die er rondom staan, al is het meer van ‘in het land van blinden is eenoog koning‘. En wij gaan wat geld steken in het versieren. Mijn calvinistisch tintje heb ik even het zwijgen moeten opleggen. Wij gaan de buitenmuren (waar de stenen bloot liggen) wit verven en bovenaan (waar er een betonnen façade is aangebracht) een kleur geven. Er komen ook een paar woorden of teksten op de muur: YOCE en waarschijnlijk ook YOCEvim en de tekst in Chichewa: ‘je moet van je land houden’. en omdat in dit gebouw de eerste stappen gezet worden voor een schoolse opleiding misschien ook ‘Kennis is macht‘. Het kan ook dat Mieke er een paar tekening op de muren schildert. **

Terwijl wij dat gebouw aan het afwerken zijn, maken wij plannen om een keuken te bouwen. Nu wordt er in een bijhuisje van de toegewijde ‘kokkin’ gekookt. Hun huisjes stellen al niet veel voor, hun bijhuisjes navenant nog minder. Daar kun je voor 45 kinderen geen gevarieerde maaltijd koken, zoals wij als een van onze hoofdprioriteiten stellen. Dus een nieuwe keuken. Moeten wij naar elektriciteit uitkijken? Kan je goed, gezond en dus hygiënisch eten bereiden zonder een degelijke ijskast. Wij hebben een ziekenhuis met zonnepanelen gezien. Is dat de weg? Daarnaast willen wij voor die dorpen rond Sitima een verzorgingscentrum, dit op vraag van de plaatselijke bevolking, en vooral het onderwijs, onze grootste zorg, uitbouwen. Ons hoofddoel is en blijft meer ‘grijze stof’ in Malawi. Wij richten daarvoor onze aandacht in eerste instantie naar de kinderen van 0 tot 5 jaar. Maar wij weten ook dat wij oog moeten hebben voor gezondheid, hygiëne, werkgelegenheid enz.… willen wij op lange termijn goede resultaten behalen. Mieke en ik hopen dat het ons in 2008 even goed zal gaan. Wij stellen dit jaar ook in het licht van de bezoekers. Zij moeten onze ‘sandwichman’ worden in ons land. Iemand die het hier wil komen bekijken kan beter onze doelen uitleggen dan wij want ‘mijn kind schoon kind’. Een gelukkig stel heeft het gemakkelijker om elk van u een heel gelukkig 2008 te wensen.

Mieke en Johan

1.1.08

Dagboek week 39: van zaterdag 22 december tot vrijdag 28 december 2007

Zalig kerstmis aan elke lezer!!!!!

Teksten tussen << >> kunnen voor de haastige lezer overgeslagen worden.


Bezoek ziekenhuizen (?)

<vulnerable children. Een donker kamertje drie op drie met achteraan wat materiaal en vooral veel hout en vooraan een houtvuurtje onder een ijzeren onderstel waarop de ketel staat. Hun typische opstelling van vuur: drie langwerpige stukken hout liggen plat op de grond in een stervorm en komen met een punt samen onder het ijzeren stel. En naar gelang het vuur het hout opbrand worden de drie houten stukken langzaam onder het ijzeren stel geduwd. Eén vuurtje om voor 40 kinderen te koken en dan vragen wij nog een gevarieerde maaltijd met ten minste drie verschillende hoofdbestanddelen. Een onmogelijke opdracht. Wij mogen ook even een kijkje nemen in de slaapkamer van de cook. Een onooglijk klein kamertje maar er stond een bed in, geen matras, wel lag er een matje op het bed.>>


Met Sam dan naar het ziekenhuis. Onze cook wil ook graag mee, samen met het kleinkind dat zij moet opvoeden. Ok. Na 14 km en een klein uur later komen wij eraan. Meerdere grote gebouwen, op het eerste gezicht goed onderhouden. Zonnepanelen op het dak. Een watertoren, en heel veel volk die in en rondom de gebouwen zitten. Voornamelijk vrouwen met kind. Honderd vrouwen? Misschien wel meer. Het is ongelooflijk stil ondanks de vele wachtenden. De sfeer is bedrukt. Geen feest hier, geen uitgelatenheid, geen tonggeluiden. Wij worden aangestaard. Maar niemand beweegt. Wij wandelen naar één van de hoofdgebouwen. ’Ik ben een vrijwilliger antwoordt iemand op onze vraag wat zijn functie hier is. Hij haal er een nurse bij, neen, niet een maar de nurse. Voor de honderden patiënten is zij de enige nurse en er is ook een assistent doctor. Zij leidt ons naar die man. Hij draagt blijkbaar het gewicht van de ziekenzorg op zijn schouders. Ik ken niet het verschil tussen een verpleger en een assistent doctor’. De man is een heel rustige, vriendelijke man. Hij stopt even zijn werkzaamheden en leidt ons rond. In grote lijnen zijn er drie afdelingen. Hij was bezig met de patiënten die waarschijnlijk TB hebben. Als hij daar gedaan heeft dan gaat hij naar de andere vleugel. TB is een longaandoening die meer dan 50 jaar geleden bij ons veel leed heeft veroorzaakt maar nu zo goed als niet meer voorkomt, denk ik. Een ander afdeling is een materniteit. Een derde afdeling met de meeste vrouwen is een algemene dienst. Wij laveren tussen de op de grond zittende vrouwen met kind. Ik zie doffe ellende, ik zie ogen zonder hoop, zonder glans. Zitten, geduldig wachten, berustend. Die berusting is dikwijls voor mij het moeilijkste om te wennen. Geen geroep, geen protest, maar stil zittend, bijna onbeweeglijk, sommigen liggen zelfs op de grond. Ik ben blij dat ik ze zie ademen. Ziekte en dood is werkelijk een part van hun leven. Er zijn toch wat geneesmiddelen aanwezig. Hier ontbreekt vooral bekwame helpende handen. Moeten onze mensen meer dan drie uur wandelen om dan hier te moeten vaststellen dat je vandaag de assistent doctor niet te zien zult krijgen. Die man moet, denk ik, dag en nacht werken. Die kan niet slapen, ofwel omdat hij gewetenswroeging heeft dat er nog tientallen mensen op hulp zitten te wachten ofwel omdat hij blijft doorwerken. In Manchester zijn er meer Malawische dokters dan in Malawi zei mij eens iemand. Dat ze dan terugkomen is mijn bede. Maar ik werp die artsen geen steen. Ik denk dat die brave assistent doctor een maandloon van om en nabij 100 misschien 150 euro krijgt, en dit om dag en nacht te werken, en ook tijdens de weekends stand by te zijn. Ik denk dat het leven van een dokter in Manchester eenvoudiger en veel beter betaald is.

Het andere ziekenhuis was nog kleiner en helemaal niet bemand. Het lag wel dichter bij onze dorpen. Drie nurses waren er ooit. Maar twee waren er blijkbaar niet meer en de derde was ziek. Een beetje later komt een trage vrouw ons te woord staan, zij was de derde zieke nurse. Uitgeblust, opgebrand, denk ik, als ik haar de hand druk. Hier zijn er veel minder mensen, ik schat een twintigtal vrouwen, meestal weer met kind, en enkele mannen. Hier en daar liggen er vrouwen onbeweeglijk op de grond. Eentje draait nauwelijks haar hoofd even als zij onze stemmen in haar nabijheid hoort maar draait zich weer diep onder haar lendendoek.


De nacht daarop was een woelige.

Conclusie: Wij moeten proberen een gezondheidscentrum uit te bouwen in de nabijheid van ons centrum (2009/2010). Muren optrekken, hebben wij al ondervonden, is niet moeilijk hier. Geneesmiddelen en gereedschap aanschaffen zie ik ook wel zitten, maar die bekwame helpende handen vinden dat zal de grote moeilijkheid zijn. Wij weten wat doen.

Op Kerstmis naar de mis en naar de Ku Chawe In. Ondertussen wisten wij waar er een Rooms Katholieke kerk stond in Zomba. Ik heb nog niet veel blanken tegengekomen die Rooms Katholiek waren. Ook hier, in een afgeladen volle kerk zijn wij de enige blanken. Mieke en ik hebben genoten van de dienst. Alles is herkenbaar, evangelie, preek, offerande (hier met bakken cola, fanta, brood, olie, zelfs een levende kip), consecratie, Onze Vader enz. Alle teksten en liederen in Chichewa. Iedereen op zijn paasbest. Een mengeling van beleving, beweging, rust, ingetogen, zingen en dansen, handengeklap, hier weer tonggeluiden, komen en gaan van mensen, veel kinderen, een huilende baby, indrukwekkende offerande en vooral het heel degelijke koor, mannen en vrouwen, vijf rijen vooraan in de kerk. Kippenvel, warm van binnen. De geuren, de hitte. Hun liederen hebben een kort maar mooi refreintje met eindeloze herhalingen. Ik mag het niet luidop zeggen maar de mis duurde te lang zodat wij vroeger moesten opstappen. Van 9 tot 11 zaten wij in de kerk en toen moesten wij voort omdat wij op het laatste moment gereserveerd hadden voor de Christmas lunch in de Ku ChaWe Inn. Overbevolkt maar het heeft ons bijzonder gesmaakt. Van de vis, geit, tot het dessert. Het was lekker bereid. Wij waren zo in de wolken (letterlijk en figuurlijk op 2000m hoogte) dat wij onmiddellijk gereserveerd hebben voor de Nieuwjaarslunch. Zo had geest en lichaam een Zalige en smakelijk kerstfeest.

Dat wensen wij ook jullie toe!

Tot volgend jaar!

Mieke en Johan