week 31: van maandag 17 september tot zondag 23 september 2007
SITIMA (spreek uit ‘Stima)
Wat vooraf ging:
In Malawi proberen Mieke en Johan, een koppel op pensioen, een ngo, met de naam YOCE (Youth, Orphan, Care and Education) in Malawi op te richten. De doelstelling is een klimaat te creëren waar jonge kinderen zowel lichamelijk als verstandelijk voldoende kansen krijgen. Wij hebben in België een ondersteunende vzw, YOCEvim (vim staat voor ‘Vlaanderen in Malawi’) gesticht. De doelstelling van YOCEvim is voornamelijk ons te ondersteunen door bekendmaking, de binding Vlaanderen /Malawi te verzekering en vergaring van fondsen door allerlei acties.
Wij hebben het al meerdere keren over Stima gehad. Stima is het voornaamste van de vijf dorpen waar wij ons project willen starten. Het ligt nogal moeilijk bereikbaar omdat de weg er naar toe in slechte staat is en ook omdat je er met het openbaar vervoer moeilijk (zie verder) kunt geraken. Van ons huis in Zomba ligt het ongeveer
De voorbije weken stond Stima vooral in het teken van een enquête. De ‘Board of Trustees’ (een deel van onze ngo, later meer daar over) had een onderzoek gevraagd naar de huidige situatie van Stima en de vier andere dorpen. Of dat allemaal efficiënt genoeg zal verlopen, weet ik niet. Onze organisatie heeft een van onze leden, Ken, de socioloog, aangesproken om zo een enquête uit te voeren met een zestal laatstejaars studenten. Wij zouden een lijst opstellen. Onze lijst, een werknota, werd met zijn fouten en al overgenomen. Maandag kwamen wij te weten dat er een bijenkomst was met de Ken, de studenten en Grace op …maandag …vanaf (?) 9 uur in het restaurant Domino’s. Wij waren al opstap naar het centrum en passeren dan op
Deze namiddag gingen zij nog naar Stima om af te spreken met de Chiefs. En morgen zou de enquête beginnen. ‘Om welk uur vertrekken jullie?’ vragen wij aan Ken. Dat wist hij nog niet. Om zeven in het centrum, komen wij later te weten. Wij zeggen dat wij op eigen houtje zouden gaan. ’s Morgens om 7u 15 vertrokken wij. eerst
Onderweg pakt hij nog een drietal mensen op. Nog een liter bij. De chauffeur kent in ieder geval zijn auto goed. Is nodig ook. Hij houdt constant zijn versnellingspook vast om hem niet te verliezen zeker of is het misschien om hem in zijn versnelling te houden. Bijwijlen kraakt de motor zo hard, dat ik denk ‘die geeft de geest’. Ik boog al devoot mijn hoofd. Maar nee, de chauffeur die zijn snelheid en het toerental van motor regelt door constant met zijn versnellingspedaal te spelen, duwt die pedaal wat dieper in. En ja, de motor beleeft even een tweede jeugd, alleen wat snelheidsverlies van 25 naar 15 per uur. Maar dat is een schatting. Geen enkele wijzer op zijn instrumentenbord beweegt nog. Geen snelheidsmeter, geen benzinemeter, onze matola was vergeleken hiermee een limousine eerste klas. Hier is alle legaliteit ver weg, geen taks, geen verzekering. Trouwens welke verzekeraar zou dit willen verzekeren. Waarschijnlijk wordt dit vervoer geduld door de overheid omdat economisch gezien geen ander vervoer mogelijk is. Het zal nu al heel moeilijk zijn om zelfs met 25 man aan boord winst te boeken. Zij zitten zo dicht op elkaar geplakt dat, als ik door mijn venster kijk, zie ik een koppel benen hangen. Ik hoop dat het lijf er nog aanhangt. Maar zeker ben ik daar niet van.
Aan een kleine marktplaats moesten wij uitstappen. Iedereen die uitstapte, betaalde. Geen gedoe daarover. In feite was er weinig controle en de ontvanger was er blijkbaar zeker van dat iedereen betaalde. Wij hoorden van een plaatselijke helper, Samson, dat wij daar als eerste waren. Wij waren fier hierom. Wat later kwamen de anderen aan. Drie km verder ligt Stima. Wij begonnen met een korte wandeling en wij eindigden met een korte wandeling. Maar eerst moesten wij het schooltje voorbij die in ons project actie een belangrijke rol zal moeten spelen. Tot onze grote blijdschap zagen wij dat de vier leerkrachten echt het beste van hun zelf gaven om de naar schatting 150 leerlingen wat bij te laten leren. Op deze mensen kunnen wij verder bouwen. Wij zullen hen zo veel mogelijk bijstaan. Wel spijtig dat wij onderweg nog heel veel kinderen tegengekomen waren die ofwel onderweg (al twee uur te laat) waren naar school ofwel gewoon niet gingen. Ook de tien minuten die wij in de school waren zag ik minstens een vijftal leerlingen aankomen. In Stima hoorden wij plots een geluid van kinderstemmetjes. Hadden zij gewacht op ons om een rijmpje op te zeggen? Een veertigtal kleuters zaten op een te kleine mat te luisteren naar hun opdrachten. Maar het is steeds dat zelfde liedje. seven days make(s?) a week: Monday …
De enquêteurs werden nog even toegesproken door Ken en dan werden zij het dorp ingestuurd. Wij waren vooral nu meegekomen omdat wij dachten dat vandaag de Chiefs zouden ondervraagd worden. Maar dat is blijkbaar gisteren namiddag al gebeurd. Dus nu werden de studenten, allen rond de achtien jaar, naar de gewone families gestuurd. Wij bleven achter en willen wat tijd spenderen aan de ‘orphans’ en de ‘vulnerable children’ van het dagverblijf. De twee verantwoordelijken wisten niet goed wat onze bedoelingen waren. Terwijl de vrouw de beteren een paar opdrachten liet uitvoeren, kwam de man naar ons toe en vroeg een ‘salary’ voor zijn inzet hier en uiteindelijk ook nog een fiets. Hij werd gezonden, als vrijwilliger(?), door zijn congregatie ‘de Getuigen van Jehova’. Rond 10u30 kwam de kokkin met eten. Rijst. Wij proefden even van de grote pot en ja dat smaakte goed. Ik had de indruk dat er wat suiker bij is.
De kinderen werden bediend. Ik hielp even mee. Applaus. Zij zijn dit blijkbaar niet gewoon. Is het omdat ik een man ben of een blanke, ik weet het niet.
Na het eten (wat eten die kinderen rustig en traag) kwamen de kinderen, allen tussen de twee en de vijf jaar, naar ons toe. Simon is een van de kleinsten. Hij gaf mij een hand en een ander kind wou dat ook doen. Maar Simon weerde die af. Ik liet hem niet doen. Plots zag ik de etter die zo uit zijn oren liep. Wij stonden daar machteloos. Nog eens drong de noodzaak voor de aanschaf van een auto zich op. Dan zouden wij voorstellen om met Simon naar de dokter te rijden. De etter een centimeter dik is blijkbaar iets waar vliegen dol op zijn. Ik huiverde, slikte even en probeerde toch vrolijk te blijven. Wij hadden nog een snoepje voor iedereen. Het was ondertussen al over elf uur. Nog de namen van de begeleiders opgeschreven; afscheid genomen en gevraagd of wij regelmatig mogen terug komen. Wij gingen op stap en spreken af dat wij de hele tocht terug,
Goede nacht en tot volgende week.