johan en mieke in malawi

29.3.07

Week 19: Zomba 24/03/2007

Onze toevallige loper laat niet af!

Na de woensdag (28/02) hadden wij een afspraak gemaakt met Gordon, de toevallige loper, om op vrijdag 2 maart zijn 'office' te gaan bezoeken. Hij kende Dango Puma , de plaatselijke lagere school, en wij ook en dus hadden wij daar onze afspraak gepland. Achteraf bekeken was dat vreemd omdat Dango Puma volledig buiten de goede richting lag.

Wij waren er stipt op tijd maar Gorden, die de vorige keer verrassend op de afspraak was, gaf geen teken van leven. Wij wachten een half uurtje, net genoeg tijd om even in een klas te gaan piepen, en kennis te maken met een vrouwelijke leerkracht en een huisvrouw.

De klas was vrij ruim en stond vol met banken. De een naast de ander en ik telde vlug meer dan honderd zitjes als er aan elke bank (voor drie leerlingen) vier aanzaten zoals de vrouwelijke leerkracht ons vertelde. Zij gaf les aan 'standaard 8' de hoogste klas van de lagere school. Bij haar was er veel competitie geest omdat de selectie om verder te mogen studeren en zo ja in welke school afhing van hun kennis en resultaten. Het feit dat zij daar op een vrije dag, 'het was Martyrsday', aanwezig was geeft aan dat zij begaan was met haar leerlingen. Ik vond haar kennis van het Engels toch gebrekkig, maar wie ben ik om daarover te oordelen. De huisvrouw was de echtgenote van de tweede belangrijkste onderwijzer van Dango Puma. Zij zou graag uit gaan werken. Ik zei haar, mede omdat haar Engels minstens even goed leek als de echte leerkracht, dat ik , stel dat ik minister van onderwijs in Malawi zou zijn, ik haar zou aanstellen om les te geven in Dango Puma. Thank you, sir.

Tijd dus om te vertrekken, vond Mieke. Wij gaan dan verder langs heel rustige paadjes, even langs de grote baan en dan de Mayfair (?) road op om naar het huis van de paters (?) te gaan kijken. Maar wij wijken te fel af van ons onderwerp. De volgende voetbaltraining wachtte onze Gordon ons op. "Can you forgive me?" was zijn eerste vraag. Hij was een anderhalf uur later op de afspraak verschenen, van de huisvrouw gehoord dat wij daar geweest waren maar wij waren toen al lang in het patershuis. Van mijn onderwijscarrière heb ik de kwalijke gewoonte om niet naar de uitleg te luisteren waarom iets niet in orde was. Meestal zijn het uitvluchten en ik hou er niet van, iemand te laten liegen. Je was er niet , ok, de reden interesseert mij niet maar ik vergeef het je wel.

Om het volgende verhaal te kunnen begrijpen is het best dat ik eerst uitleg wat er op het papiertje stond dat Gordon ons gaf op 28/02.

Zijn vereniging had twee grote doelstellingen (in feite maar één): Aids preventie en sport. Maar sport was een middel om de jeugd te bereiken en zo aan aids preventie te kunnen doen. Maar in zijn aids project was er ook plaats voor 'gender problems'. Gender problems zijn de problemen die meer en meer aangepakt worden in Malawi en die Mieke nauw aan het hart liggen. Het gaat over het feit dat de echtgenoot de baas is in het gezin en met als gevolg dat de vrouw 95% van het werk doet en de man, als hij er zin in heeft 5%. De vrouwen dragen alles, een kleine peuter op de rug, een mand op het hoofd en een handtas in de hand en de man loopt er naast met hoogstens een paraplu in zijn handen, wat zeg ik hij loopt er niet naast, hij loopt soms twee meter voor zijn vrouw. Je ziet hier heel veel vrouwen 's morgens de bergen in trekken met hun kinderen om hout te kappen en later zie je ze zwaar beladen de heuvel afkomen met het gekapte hout op hun hoofd. Gordon had ook even , in dit kader, over 'Human rights'.

De volgende vrijdag (9 maart) gingen zij voor de eerste keer een actie voeren in een school aangaande aids preventie. Wij zouden later dan met hem nog eens afspreken. Begin deze week had hij een briefje laten afgeven dat hij een match wou organiseren tussen zijn sportclub en mijn voetbalteam. Hij zou mij één van de volgende dagen komen opzoeken voor de voetbaltraining. En vorige vrijdag was hij daar. Ik gaf hem een datum voor onze oefenmatch, op 11 april, om 14u45. Maar hij wou meer. Hij wist ons nu wonen en hij wou ons morgenvroeg komen oppikken om naar zijn 'office' te gaan. Afspraak om 8u30. Die Gordon is niet van gisteren. Wat doet hij? Hij staat er de volgende dag om 8u15 en … hij excuseert zich omdat hij laat is. Groot staaltje van strategie.

Wij volgen hem. Langs prachtige paadjes, mooie vergezichten, dan weer tussen de metershoge maïsplanten, stilte, kleine huisjes, schaars geklede kinderen, huisvrouwen die aan het koken zijn, schitterend en eenvoudig tegelijk. Hier komt, kan geen auto. Ik zie dat ook Mieke geniet van de wandeling. De afstand naar mijn gekende wereld is enorm. Ik dacht even oneerbiedig: 'leiden zij mij naar een laatste menseneter?'

Ik denk weer aan mijn jeugd. Wie is oud genoeg onder mijn lezer(s) en lezeres(sen) om het feuilleton te kennen met de titel 'De Raman in the Jungle' of zoiets? De paadjes die de Raman toen bewandelde waren te vergelijken met deze. Op ieder moment in het feuilleton kon er iemand uit de struiken te voorschijn komen om de Raman het leven zuur te maken en de 30' zendtijd te vullen.

Maar ik geniet en ben heel ontspannen, en denk met plezier aan de duizend angsten die ik als kind moest uitzweten als de Raman (een soort koloniale sheriff) weer op pad trok. Onderweg had Gordon ons verteld dat hij samen met zijn zuster leefde en dat hij zijn ouders op vroege leeftijd verloren had. Hij vertelde meer schrijnende verhalen. In deze omgeving moeten er heel veel 'orphans' zijn. Het ergst getroffen, zo vertelde hij ons, is het dorp Sosa , een dorp van 85 huizen met meer dan 100 weeskinderen. Na ongetwijfeld een van onze mooiste wandelingen komen wij na veertig minuten aan bij een ietwat grotere woning, het huis van onze Gordon; Hij zegt wel tien keer 'you are welcome'.

Hij leidt ons naar een kamertje van 2,5 m op 2,5 m. Nog drie medewerkers van hem staan ons op te wachten. Een paar affiches hangen aan de muur, twee kleine tafels, vier stoelen. Gordon neemt het woord: you are welcome… legt alles nog eens uit over de werking. Ik heb een paar vragen en uiteindelijk komt hun vraag of wij niet voor de voetballen en de netballen konden zorgen. Hij durft er twee van elk vragen. Ik zeg dat wij het eerst moeten overdenken en dat hij volgende week mag terugkomen. Hij heeft nog een verrassing en zegt dat hij ons morgen wil komen opzoeken met een geschenk. Eerst wil ik nog zeggen dat dat voor ons niet hoeft maar in het Engels vind ik niet altijd direct (en soms indirect ook niet) mijn woorden, maar Mieke die mij al een beetje kent, zegt in het Nederlands dat ik dat moet aanvaarden. Wij weten natuurlijk al dat wij hen zullen helpen. Zoals al geschreven; ik heb het een beetje voor schuchtere mensen. Ook nu stotterde hij een beetje tijdens zijn speech en onze gesprekken. Het enige wat tegenvalt is dat hij alles naar zich toetrekt. Zij hebben een zanggroepje. Wie is de leadzanger? 'I 'm'. Hij kan koorddansen, hij heeft een cursus over aids gevolgd, hij kan het best Engels spreken. Hij voert daar alleen het woord. De club is hij. Hij stelt ons wel telkenmale voor als er iemand binnen komt. En om de twee minuten komt er iemand binnen, er wordt nog een stoel bijgehaald en wij zitten daar al met tien of meer, de ene gaat op de tafel zitten of andere op de grond.

Mieke brengt Gordon even in verlegenheid als zij opmerkt dat er nog altijd geen vrouw in het huis is. Zijn er dan geen vrouwelijke bestuursleden? Gordon voelt onmiddellijk dat het raak was en loopt naar buiten en brengt nog eens drie meisjes naar binnen. Want wij voelen dat algemeen wat aan: de gestudeerde jeugd is er theoretisch van overtuigd dat de vrouw gelijkwaardig is aan de man maar in de praktijk zullen zij er niet gemakkelijk er naar handelen. Privileges prijsgeven doet niemand graag, hoe onrechtvaardig die ook mogen zijn. Wij moeten nog het gastenboek tekenen (en dat is niet de eerste keer). Ik wil nog het voetbalveld zien dat een goede kilometer verder ligt. Hij leidt ons geduldig naar dat veld (een veld van een school, en geen sprietje gras erop). Daarna leidt hij ons terug tot kort bij ons huis. Hier zouden wij nooit onze weg terugvinden; een doolhof van paadjes.

Wij spreken af met hem voor morgen, wij zouden ook graag hen bezig zien als zij op het eind van de maand (vrijdag 28 maart) opnieuw naar een school gaan om er een anti aids campagne te voeren. Een derde afspraak is onze voetbalmatch.

Een vierde afspraak is volgende zaterdag: hij zal ons vergezellen naar de centrum om samen de ballen te kopen. Wij zijn ten zeerste gecharmeerd door de wil van enkele jongeren om zich te groeperen in een club en iets te doen. Zij vertrekken werkelijk van nul, hebben geen inkomen, geen mogelijkheden. Zij verdienen ook de kleine steun die wij aan elke organisatie geven die wij bezochten.

Alleen het feit dat Gordon alles zelf doet, doet ons een afwachtende houding aannemen. Maar wij kijken uit naar onze volgende ontmoetingen.

Het was een bijzondere drukke en (voor ons) historische week maar hebben nu te weinig tijd om alles neer te 'pennen'.

Ongetwijfeld berichten wij er later over.

Groetjes uit Zomba

Mieke en Johan (verslaggever)

22.3.07

mededeling van de webredactie

Beste trouwe lezer,

Andermaal hebt u (te) lang moeten wachten op nieuws uit Malawi. De webredactie was bezig met dit en heeft daar bloed, zweet en tranen in gestoken. Maar vanaf nu zijn de posts terug wekelijks op de plaats waar ze moeten zijn.

week 18

Week 18: Zomba 16 maart 2007

Van het één komt het ander

Een verrassende afloop?

Tijdens week 16 verhaalden wij over ‘a house to let’, wat vreemd genoeg (althans voor de verslaggever) wil zeggen ‘huis te huur’. Een ander huis huren was in ieder geval niet onze eerste opzet, wij opteren eerder voor een huis te kopen, en wij waren best tevreden over de prijs/kwaliteit van ons huurhuis. De afloop is in mineur verlopen. Wij hebben een tijdje wat over en weer getelefoneerd. Het eigenaardige was dat wij eerst een prijs moesten zeggen. Wij openden laag, omdat dat tactisch het beste is zeker, maar ook omdat wij (en dan vooral de verslaggever) niet veel voelde voor de woonst in zijn geheel. De grootste kwaliteit van het huis was zijn bijna perfecte uitrusting (vooral woonkamer en keuken hadden de laatste snufjes van de moderne techniek in huis) en zijn zicht op de vallei. Maar uiteindelijk zijn de onderhandelingen gestopt door het domme feit dat ons telefoon netwerk tien dagen heeft plat gelegen wegens een brand.Maar intussen hadden wij de smaak te pakken…

Een blanke predikant vertelde ons dat zijn congregatie een huis te koop aanbood. Wij daar naartoe en het gaf ons een goed idee wat de prijzen zijn in Malawi. Het huis en tuin waren pikfijn in orde, alleen de ligging viel tegen, te dicht bij de hoofdbaan en laag gelegen, al is dat goed voor een weeshuis. Ondertussen hadden wij de plaatselijke winkelier aangesproken dat wij naar een huis ‘for sale’ zochten. Hij gaf ons eerst een adres van een Indiër. Naast ‘Peters Lodge’, ja dat wisten wij zijn en het was maar een klein halfuurtje stappen. ‘Een huis’ was wat zacht uitgedrukt. Het was complex vol gebouwen. Meer stenen dan open ruimte. Het vergezicht was voor deze omgeving heel pover. Een oud koppel hield de wacht en kon geen woord Engels. Toch even onze ronde gedaan. Buiten was het niet te goed onderhouden maar binnen in de huizen leek er een zee van ruimte en er stonden warempel twee dergelijke huizen van elk een 300 à 400 m² groot, met tussenin een grote loods van nog eens een 200m². De prijs? Daar wisten zij niets van. Een vrouw die toevallig voorbij kwam vertelde iets van een 10 miljoen kwatcha wat naar onze maatstaven heel weinig zou zijn.

Onze kennis van Chichewa boven gehaald. ‘Kunnen wij het huis binnenin zien’. ‘Neen, zij hebben geen sleutel’. ‘Waar woont de eigenaar?’.‘De eigenaar woont in Lilongwe’. Wij kunnen de sleutel vinden bij een Indiër die werkt in de Zomba town in de IMCO shop. ‘Thanks, zikomo’.

Inderdaad, wij konden met die Indiër een afspraak maken. Op zondag in de namiddag. De Indiër was even stipt als wij en wij kwamen samen aan bij de woning. Zijn eerste vraag leek nogal vreemd. Willen jullie de beide woningen zien? Ja, natuurlijk; maar achteraf bleek dat qua afwerking het eerste huis heel wat meer te bieden had dan het tweede huis. Ja, die eerste woonst was fantastisch. Het had een mengeling van oosterse en islamitische invloeden. Via een ruim (zeker 80m²) overdekt terras kom je in een brede gang waar er een kindertractor, een kinderfiets en meer dergelijke stonden. En inderdaad de gang was breed en lang genoeg voor dergelijk speelgoed.

Langs de ene kant een heel ruime woonkamer voor de heren met een groot TV scherm, heel wat rand apparatuur, een hometrainer, een zetel, een paar oefenmatten voor Yoga of zo. Al bij al weinig meubels voor een dergelijke woonkamer. Misschien had de eigenaar al wat spullen er uit genomen. Aan de ander kant van de gang een kleinere woonkamer voor de vrouwen met een zes, zeven vrij zware clubzetels. De brede gang eindigde in een t-vorm, met links en rechts 5 slaapkamers in totaal. De twee grootste en belangrijkste slaapkamers met telkens een badkamer waren op slot. De drie andere waren kinderslaapkamers en rond een derde badkamer gevestigd. Tussen de slaapkamers lag de hoofdkeuken die uitgaf op een overdek terras waar er nog eens een kleinere keuken was geïnstalleerd. Maar het bijzondere van het huis was zijn afwerking. Schitterende zolderingen, vloeren, muren, luchters, glazen tafels enz…Idyllisch, feeëriek ….

Het ander huis was ongeveer even groot en de schikking was ongeveer dezelfde maar de afwerking was veel, veel eenvoudiger. Mieke was niet zo geïnteresseerd in het huis maar eerder in een paar kasten, tafels, zetels en keukenapparatuur.

Voor mij was het huis heel bruikbaar voor de plannen die in ons achterhoofd broeden. Het huis heeft wel het grote nadeel dat het vrij moeilijk te bereiken is. En onze plannen zijn in feite nog te vaag om een dergelijke aankoop te verrechtvaardigen. Temeer omdat wij ondertussen nog een ander ‘huis te koop’ hadden bezocht. Het is heel recent gebouwd, drie jaar oud, mooie grote kamers veel soberder afgewerkt dan bij de Indiër maar de schikking leek heel goed met een ruime keuken, een grote eetplaats en dito leefruimte. Deze twee laatste kamers, samen 80m², hebben één wand volledig in glas en dat geeft uit op een mooi panoramisch zicht. De vier ruime slaapkamers met telkens een badkamer biedt ook mogelijkheden om mensen die ons willen bezoeken een mooie slaapgelegenheid te geven. De tuin is niet zo groot (ik schat de totale grootte op een 40 are) maar speciaal en minder praktisch door meerdere heel grote rotsblokken. Dit huis heeft én de ruimte én de tuin met een mooi zicht. De prijs is dezelfde als de prijs van het huis van de congregatie. Dit huis genoot dan duidelijk onze voorkeur. Wij zijn de onderhandelingen gestart met de eigenaars. Afwachten dus wat het wordt.

Zo zetten wij weeral een stap om onze plannen te realiseren.

Wordt ongetwijfeld gevolgd.

Mieke en Johan (de verslaggever)

18.3.07

week 17

SFEERBEELDEN of zijn het MIJMERINGEN

Onder de rubriek ' sfeerbeelden of zijn het mijmeringen' verzamelen wij iedere maand een aantal ideeën of overpeinzingen die de maand ervoor geschreven of gedacht zijn.

Week 17: Zomba 11 maart 2007

Schrijnende armoede en ontwikkeling

Gisteren (19/02) nog eens een staaltje van de armoede gezien. Als je even van de hoofdbanen afzakt dan zie je de echte armoede. Het baantje dat wij namen naar een huis voorspelde al niet veel goeds. En inderdaad, het was pure armoede. Schaars geklede vrouwen, een naakte baby, alles grijs en grauw, kleine huisjes (wel in baksteen, zegt Mieke, wat er op wijst dat het nog erger kan). De hopeloosheid van deze mensen is schrijnend. Hier kan je gewoon geen hulp meer bieden. De graad van ontwikkeling is zo laag dat alle pogingen tot hulp niets oplost. Je zou er de ganse dag moeten bijstaan. Hier is geen geld tegen opgewassen. Geef je hen geld dan grijpt het mannetje de centen, drinkt zich zat of gaat naar de hoeren of beide. Komt dan zat en zonder centen (maar misschien met aids) thuis en dan krijgt de vrouw wellicht nog een pak slaag.

Wij keren terug, ik met een wrang gevoel dat je hier niets kunt doen. Degelijke scholing, zowel volwassen onderwijs als het gewone onderwijs, kinderopvang, werk creëren en dat op lange termijn kan hier iets verhelpen. De berusting maakt hen vredelievend maar lost hun probleem niet op. En waarschijnlijk leven er miljoenen mensen zo in Malawi. Wat wij hier ook realiseren, het blijft maar een druppel op een hete plaat ( en ik schreef al eens over mijn hoop dat het misschien een lauwe plaat kan zijn, worden). Maar beter dat dan niets doen.

Is dit een beter leven?

Ja, wij zijn hier bezig een tweede leven op te bouwen. In ons land word je wat geleefd. Ik volgde het nieuws, de politiek, de sport, de financiële wereld, de kunstwereld, de wetenschap enz… en dit zowel op tv, in de krant, een weekblad, internet en soms op de radio. Hier is van dit alles geen sprake. Nu is dat hooguit een 15' per week op het internet. Hier en nu wandelen wij 50 à 60 km, lopen wij een 30 km per week, schrijven heel veel, doen elke dag iets voor onze buurt, gaan soms op bezoek bij mensen of organisaties. De naturel van de kinderen werkt ook aanstekelijk.

De rest van de tijd gaat naar huishoudelijk werk, gezond eten, een beetje lezen, een beetje studeren, en veel genieten van de natuur. Wij zijn bijna steeds buiten. Wij zitten nauwelijks in onze woonkamer. Hooguit een uurtje 's avonds na het avondmaal dat wij meestal in het donker nemen op het terras. Dit is in ieder geval een sober en gezond leven.

Maar waarom leven wij zo niet in ons land? Waarom ken ik de buren hier na vier maand beter dan bij ons na vier jaar? De warmte en de armoede (kleine huisjes, alles te voet) doen de mensen hier veel meer buiten leven. En dat maakt contacten veel gemakkelijker. Een van onze beste beslissingen die wij hier genomen hebben is dat wij het zonder auto wilden proberen. En is het niet merkwaardig dat wij onlangs van een betere Malawees de goede raad kregen dat wij, bij ons volgend verblijf, ons zeker een auto moesten aanschaffen. Een wandelende Mzungu is toch nog een onvoorstelbaar iets. Misschien kunnen wij een deel van onze Malawese levensstijl meenemen naar België. Maar de verleiding is in ons land wellicht oh zo veel groter. De reclame, bijvoorbeeld, speelt hier in Malawi een veel kleinere rol.

Het ontbijt staat klaar, wij gaan eten. Smakelijk

Mieke en Johan (de verslaggever)

11.3.07

Week 16: veel drukte begin deze week

Maandag (26/02/2007) feest bij de wezen:

In de voormiddag om 10u00 zou één van de weeshuizen waar wij een kleine geldelijke steun aan gegeven hadden, ons in een korte ceremonie willen bedanken. Het weeshuis 'Togetherness' heeft nog geen dak boven zijn hoofd. Dat is de reden waarschijnlijk dat zij ons wat extra willen aantrekken. Wij hebben gezegd dat deze steun een kleine steun was en dat wij uitkijken om een belangrijke steun te geven voor een groot project. Zij denken dat een huis bouwen voor hun weeshuis een groot project is. Wat natuurlijk voor een deel althans waar is. De ceremonie was wat chaotisch. Op het laatst veranderen zij de plaats van de meeting. Dus moeten de kinderen, het personeel en de zaken die zij gekocht hebben met onze gift (enkele zakken rijst, bloem en twee zitmatten) verhuizen naar de door hun gekozen vergaderplaats. Het lijkt mij veel gesjouw voor niets. Maar goed de speeches van de voorzitter, de plaatselijke 'chief' en van mijzelf (Mieke en ik hadden vooral al overlegd wat wij zouden zeggen) maken het grootste deel uit van deze korte 'plechtigheid'. Ons publiek bestaat uit een twintigtal kleuters, een zes, zeven vrijwilligers en een tiental moeders met hun al dan niet bezige zuigeling. Voor zover ik iets weet van 'nursering' lijken mij dat geen wezen te zijn. Al bij al waren er meer dan vijftig toehoorders(?). En heel belangrijk wij moesten naar de gekochte zaken gaan, om te zien dat zij echt het geld hadden geïnvesteerd in nuttige zaken. Dat die rijst en maïs echt in de monden van de weeskinderen terecht komen, weten wij natuurlijk niet. De nodige foto's moesten het geheel een beetje luister bijzetten.

Dinsdag: Een 'toevallige' ontmoeting?


Vorige dinsdag was het loopdag. Wij zijn in topvorm (naar onze maatstaven) en wij lopen er lustig op los. Ik had al mijn keerpunt genomen (na goed 5 km) en plots, een echte zeldzaamheid in Malawi, kruis ik een jonge loper, wat ouder dan 20 jaar. Ik heb de gewoonte om al wie ik tegenkom in Old Naisi te groeten. Ik was hier wat verrast en zeg enkel OK. Velen lopen hier op blote voeten en hij liep op slippers. Goed, plots zag ik Mieke voor mij lopen en ook hier was ik wat verrast dat ik haar al ingelopen had. Ik loop iets verder dan zij zodat wij ongeveer samen thuiskomen. Maar Mieke voelde zich goed en had een driehonderd meter verder gelopen dan bij de vorige loopsessie. In gedachten verzonken word ik ingelopen (wat niet zo moeilijk is ondanks mijn topvorm) door die zelfde jongeling. En hij mindert vaart. En begint een gesprek. Ja, hij zoekt hulp voor zijn organisatie. Hij legt niet uit waarom hij mij daarvoor aanspreekt. Ik vraag hem er ook niet naar. Ik toon interesse. Wij halen Mieke in. Ik praat wat met haar. De jongeling blijft in onze buurt verder lopen, op slippers. Hij heeft nog gelopen, zoveel is duidelijk. Ik laat Mieke achter en hij volgt mij en brengt het gesprek weer op zijn hulporganisatie. Ik begin aan het laatste vierde van mijn tien kilometer en dan is het gewoon afzien. Ik kan dan niet zo goed denken maar ik voel mij al bij al goed en loop toch, voor mijn doen, goed door. Hij, Gordon is zijn naam, volgt op zijn slippers vlot. Ik maak een afspraak voor de volgende dag. Juist voor de voetbaltraining zullen Mieke en ik hem terugzien op de plaats waar wij met onze voetballertjes afspreken. En hij zou alles ook op papier zetten zodat wij sneller een inzicht in zijn vragen konden krijgen. Hij lijkt tevreden met deze afspraak. Maar op einde brengt hij het gesprek op zijn droom: hij zou graag een internationale loopcarrière opbouwen. Mieke had ook al aangevoeld dat hij nu niet toevallig aan het lopen was maar dat hij ons wou ontmoeten.

De volgende dag was hij stipt op tijd. Alles stond netjes op papier. Wij bespreken een beetje zijn organisatie. Hij voelde wat spanning, stotterde een beetje. Maar al bij al leek hij een schuttere (ik heb het een beetje voor schuttere mensen) niet domme jongeling te zijn. Hij legt nog eens accent op zijn lopen. Wij maken een afspraak om nu maandag zijn organisatie te bezoeken. Het zou kunnen dat de organisatie nog moet starten. In ieder geval hebben de jongens en meisjes onder de veertien jaar geen voetbal of netbal om te spelen.
Dat laatste zou kunnen verklaren waarom hij ons komt opzoeken. Dat het geen toevallige ontmoeting was, daar zijn wij zeker van. Hoe hij ons op het spoor gekomen is, willen wij nog wel te weten komen.. Maar volgende week zullen wij wellicht al iets meer weten.

Woensdag: een volle dag

Vroeg uit de veren want er staat heel wat te doen vandaag. Er is voetbaltraining, en daarvoor de afspraak met onze loper. In de morgen hadden wij een stevige wandeling gepland naar het ziekenhuis, de markt, internetcafé, en de beenhouwer, en terug samen goed voor een kleine twintig kilometers..

Voor zeven uur waren wij al op stap. Het weer belooft broeierig heet te worden. Alles verloopt vlot en wij willen op tijd thuis zijn om op de middag het eten nog te kunnen klaarmaken. Er staat spaghetti op het menu. Op een tweetal km van ons huurhuis zien wij een bordje staan 'house to let'. Op langere termijn denken wij ook aan het aanschaffen van een woning. Wij besluiten, gezien wij goed op tijd zijn, toch even te gaan zien. Op de weg die dood loopt staan drie huizen. Nergens zien wij een 'sign'. Na twee keer vragen weten wij over welk huis het gaat, een weg steil omhoog leidt naar een grote groene poort en enkele ruig doende honden. De buur, aan wie wij het gevraagd hadden, had een originele manier om deaandacht te trekken van de bewoners van 'house to let'. Hij gooide hard met een steen tegen de ijzeren poort. Aan de putjes in de poort te zien waren er al een vijf bezoekers voor ons. En ja, na een minuutje of zo kwamen de 'watchmen' te voorschijn. De honden werden ook kalmer. Het domein is volledig ommuurd en bovenop voorzien van prikkeldraad. Het lijkt meer een versterkte burcht te zijn. Als de poort open gaat, ligt er een heuvel voor jou met op de top een huis. Het domein is kleiner dan dat de muur doet veronderstellen. Ik schat hooguit een halve hectare; wij zitten op een kleine hectare). Wij vragen of het huis te koop staat. Pech, het is niet te koop, enkel te huur. Ik wil al rechtsomkeer maken maar de 'watchmen' en Mieke nodigen uit om toch een kijkje te nemen. Wij gaan langs een hele steile trap naar omhoog. Het zicht is heel prachtig al heb je maar een zicht van 45° tot 60°op de vallei. Het huis heeft voordelen of nadelen. Wij kijken vluchtig eens rond, vragen naar de prijs. Daarvoor moeten wij eigenares opbellen. Wij moeten zelf eerst een prijs zeggen.


Het is nu tijd om ons eten klaar te maken en ons voor te bereiden op de voetbaltraining en wij moeten daar vroeger zijn voor onze loper te ontmoeten. Hoe het verder verloopt met het huis en de loper hoor je later nog wel.

Lieve groetjes uit Zomba

1.3.07

week 15

Week 15: Zaterdag 24 februari

Twee bezoeken aan een weeshuis.

Toen wij op een ochtend (rond 15 januari) buiten zaten te lezen, kwam er een man ons opzoeken. Hij heette Andrew en hij was de hoofdverantwoordelijke voor een weeshuis 'Togetherness' (a Community Based Organisation: CBO) gelegen aan onze zijde t.o.v. Zomba maar een kleine kilometer lager gelegen, in één van de armere buurten. Hij had gehoord dat wij bij de organisatie "Lydia fondation" adressen van orphanages hadden opgevraagd. Hij stond met zijn orphanage op die lijst en wou zichzelf en zijn orphange voorstellen. Wij spreken af om zijn Orphange 'Togetherness samen te bezoeken. Wij hebben dat niet zo graag omdat wij dan aangekondigd zijn en je dan niet goed weet wat er echt gebeurt en wat nu opgezet (lees toneel) is. Ook hier stonden de stoelen klaar en vier vrouwen en één man verwelkomden ons en wij zien 25 kinderen van 3 of 4 jaar op een mat zitten onder een boom.

Meteen heb ik al enkele belangrijke kenmerken opgesomd van dit weeshuis. Zij hebben geen dak boven hun hoofd. Zij vangen de kinderen maar op van 8 uur tot 11 uur. Alle kinderen hebben blijkbaar dezelfde leeftijd van 3 of 4 jaar wat ik eigenaardig vind. Ondertussen krijgen zij wel één maaltijd (meestal porridge) en geven de vrouwen wat onderricht: namen van dagen en maanden opzeggen, zichzelf voorstellen kortom dezelfde rijmpjes die wij een paar weken later zullen horen.
Zij hebben ook al serieuze steun gekregen. In de nabije omgeving is er een aanzet gegeven voor een kiekenkwekerij dwz een ruim lokaal (voor de kiekens is dus wel een lokaal voorzien) van 12 op 6 waar er een 120 jonge kippen rondhuppelden. Wat opviel was dat het kippenlokaal ongewoon proper was. Mieke had het ook opgemerkt. En ik maakte mij de bedenking dat het wellicht genetisch gemanipuleerde kippen waren die geen mest voortbrengen. Grapje natuurlijk maar dit alleen maar om te zeggen dat het vreemd aandeed. Ook in de nabije omgeving een bouwplaats om eventueel een huis voor de weeskinderen te bouwen. Maar zij hebben geen middelen om daar nu iets op te zetten. Misschien konden wij helpen. Wij beloven hen een kleine steun in afwachting dat wij kunnen beslissen in welk project wij het meest zullen investeren. Zij zullen met die steun een paar zakken rijst en een grote zitmat kopen. Andrew wil een kleine officiële ceremonie waarop hij nog een paar publieke figuren op uitnodigt om deze kleine gift in beeld te brengen. Wij zijn geen vragende partij daarvoor maar wij laten hem betijen. Het was op dat moment het eerste weeshuis dat wij bezochten maar in de volgende drie weken hebben wij er nog een viertal bezocht. Over één van die vier wil ik het nu hebben.

'Open Arms' heet het weeshuis en ligt heel kort bij het centrum van Blantyre, de tweede stad van Malawi en het belangrijkste handelscentrum van het land. Mieke en ik hebben op dinsdag 13 januari het weeshuis bezocht dat qua organisatie bijna perfect was. Op twaalf jaar tijd hebben zij iets fantastisch verwezenlijkt. Het opzet is iets wat wij ook willen: zij zoeken kinderen op (dikwijls vanuit de ziekenhuizen) waarvan één of beide ouders gestorven zijn. De (domme) vaders kijken meestal niet om naar hun kind en dus als de moeder sterft dan is het kind in feite ook een volle wees. Derhalve halen zij soms kinderen binnen die zelfs nog maar één dag oud zijn, als de moeder in bevallingskamer sterft.Een Brits koppel heeft het zeven jaar geleden van de oorspronkelijke initiatiefnemers (een kerkelijke organisatie) de leiding van het weeshuis overgenomen. De vrouw van het koppel is vorig jaar overleden. Wij kunnen niet inschatten wat de impact van dat overlijden is voor het weeshuis. Wij werden door de echtgenoot heel goed ontvangen en hij heeft het ontzettend druk. Die man is ongetwijfeld een goed manager. Zij hebben een gezonde filosofie in de zin dat zij hun opvang van de wezen beperkt houden tot twee jaar. Beter een beperkte opdracht uitstekend uitvoeren dan te veel hooi op de vork nemen en maar half en half werk afleveren. Zij zoeken naar een oplossing eens het kind ouder is dan twee jaar. Meestal zoeken zij dat bij de familie. Maar als dat niet mogelijk is, dan hebben zij andere originele ideeën. Zij (de NGO) kopen een huis en zetten daar een koppel in en dat koppel neemt dan een paar of meer van die kinderen op. Maar ook voor de kinderen ouder dan twee jaar en voor wie zij om één of andere reden geen plaats buiten het weeshuis gevonden hebben, is er in hun weeshuis een plaats voorzien. Een gediplomeerde onderwijzeres geeft hen les en een vrijwilligster helpt haar. Voor de vrijwilligers heeft de NGO ook een huis gekocht dat hij inricht als een hotelletje en zij betalen dan een 5$ per dag. Voorts houden zij kippen, is er een grote groentetuin, zij hebben een grootkeuken, een eigen wasserij. Origineel is ook een huisje, een soort rond tuinhuisje, dat zij als een leefruimte ingericht hebben en waar familie een dag of drie kan logeren met het weeskind om te wennen aan mekaar. Daarna volgt een van de directieleden die familieleden naar huis om de toestand daar ter plekke te kunnen evalueren. En dan pas beslissen zij of het weeskind daar een goede opvang heeft eens dat het twee jaar is. Kortom dat weeshuis met een veertigtal weeskinderen is een klein bedrijf geworden dat een vijftigtal mensen te werk stelt (lees betaalt). En zij draaien vooral op giften. Maar hij heeft al een NGO in meerdere landen gesticht. Zijn netwerk bouwt hij uit via internet natuurlijk maar ook via vrijwilligers in zijn weeshuis en via bezoekers, mond aan mond reclame dus. Maar blijkbaar haalt hij vooral geld van een paar grote bedrijven (Johnsson en Johnsson o.m.). De totale werkwijze of filosofie is ons zeer genegen omdat de ontwikkeling van het kind tijdens de eerste twee jaar heel belangrijk is. Toen wij dit weeshuis verlieten had ik toch een naar gevoel. Misschien waren wij op een slecht moment gekomen (er was theetijd voor de verzorgsters) maar in alle kamers waar baby's lagen (toch een vijftal kamers, met twintig of meer baby's en peuters) heb ik niet één begeleidster gezien. De verlatenheid van kinderen kon je zo voelen. Zij proberen een thuis te creëren voor de kinderen en ik zag alleen maar echte, eenzame weeskinderen. In feite is dat een vernietigende kritiek maar wij zullen op een ander moment nog eens gaan en hopelijk zie ik dan wel affectie, betrokkenheid. En dan is dit weeshuis pas echt een voorbeeld voor ons. In ieder geval het was heel leerrijk. Wij hebben nu een aantal tehuizen gezien op het platteland en nu in Blantyre, een grootstad. Stilaan beginnen er ideeën en plannen in onze hoofden te kiemen.


Maar daar berichten wij ongetwijfeld later nog over als die plannen minder vaag zijn geworden.
Tot volgende week
Mieke en Johan